aanhangen

出典しゅってん: フリー機能きのう辞典じてん『ウィクショナリー日本語にほんごばん(Wiktionary)』
ナビゲーションに移動いどう 検索けんさく移動いどう

オランダ

[編集へんしゅう]

発音はつおん

[編集へんしゅう]
  • IPA(?): /ˈaːnɦɑŋə(n)/
  • 音声おんせい :

語源ごげん

[編集へんしゅう]

複合語ふくごうご aan +‎ hangen

動詞どうし

[編集へんしゅう]

aanhangen (つよ変化へんかだい7るい)

  1. (他動詞たどうし) づけける。付着ふちゃくする。接着せっちゃくする。
aanhangen (つよ変化へんか だい7るい, 分離ぶんり動詞どうし)の活用かつよう
不定ふてい aanhangen
過去かこ 単数たんすうがた hing aan
過去かこ分詞ぶんし aangehangen
不定ふてい aanhangen
現在げんざい分詞ぶんし aanhangen 中性ちゅうせい
どう名詞めいし
しゅふし 従属じゅうぞくぶし
現在げんざいかたち 過去かこかたち 現在げんざいかたち 過去かこかたち
だい一人称いちにんしょう単数たんすう hang aan hing aan aanhang aanhing
だい二人称ににんしょう単数たんすう (jij) hangt aan hing aan aanhangt aanhing
第二人称だいににんしょう単数たんすう (u) hangt aan hing aan aanhangt aanhing
第二人称だいににんしょう単数たんすう (gij) hangt aan hingt aan aanhangt aanhingt
だい三人称さんにんしょう単数たんすう hangt aan hing aan aanhangt aanhing
複数ふくすう hangen aan hingen aan aanhangen aanhingen
接続せつぞくほう単数たんすう1 hange aan hinge aan aanhange aanhinge
接続せつぞくほう複数ふくすう1 hangen aan hingen aan aanhangen aanhingen
命令めいれいほう単数たんすう hang aan
命令めいれいほう複数ふくすう1 hangt aan
分詞ぶんし aanhangend aangehangen
1) 古語こご.

アナグラム

[編集へんしゅう]