(Translated by https://www.hiragana.jp/)
peloton - WikiWoordenboek
  • pe·lo·ton
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘onderafdeling’ voor het eerst aangetroffen in 1697 [1]
  • van Frans peloton [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord peloton pelotons
verkleinwoord pelotonnetje pelotonnetjes

het pelotono

  1. (militair) groep van enige tientallen soldaten met één officier, onderdeel van een compagnie
    • Het peloton trad aan voor de executie en de verrader werd geblinddoekt. 
    • De pelotonscommandant is de officier van een peloton. 
  2. (sport) in een race de grootste groep van deelnemers die samen optrekken
    • De kopgroep werd na 150 km toch nog ingehaald door het peloton. 
    • Hij was enige kilometers voor de eindstreep ontsnapt uit het peloton. 
86 % van de Nederlanders;
90 % van de Vlamingen.[3]


  • pelo·ton (afbreking leidend tot een of twee tekens aan het eind van een regel wordt ontraden) [1]
enkelvoud meervoud
zonder lidwoord met lidwoord zonder lidwoord met lidwoord
  peloton     le peloton     pelotons     les pelotons  

peloton m

  1. balletje, bolletje van textiel
  2. bles (van een paard)
  3. (militair) peloton
  4. (sport) peloton
  1. 'peloton' op website: plumefrancaise.fr; geraadpleegd 2016-10-31


  • IPA: /pɛlɔtɔn/
  • pe·lo·ton
  • Leenwoord uit het Frans

peloton monbezield

  1. (verouderd)(militair) peloton; groep van enige tientallen soldaten met één officier, onderdeel van een compagnie
  2. (sport) peloton; in een race de grootste groep van deelnemers die samen optrekken
  1. četa v
  • hlavní peloton cyklistů – het hoofdpeloton van wielrenners