bezitster
Uiterlijk
- be·zit·ster
- afleiding van Naamwoord van handeling bezitten met het achtervoegsel -ster
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bezitster | bezitsters |
verkleinwoord |
de bezitster v
- vrouw die iets in eigendom heeft
- ▸ De ring is een persoonlijke toneelprijs en wordt doorgegeven van actrice aan actrice. De bezitster geeft hem steeds aan een vakgenote die in haar ogen een belangrijke bijdrage heeft geleverd aan het Nederlandse toneel. Anne-Wil Blankers kreeg hem 16 jaar geleden van Annet Nieuwenhuijzen.[1]
- ▸ Zo stuit Annette Gerritsen op de eerste 500 meter op de Duitse wereldrecordhoudster Jenny Wolf, tevens de bezitster van het baanrecord in Thialf, en staat er op de kilometer een treffen tussen Margot Boer en olympisch kampioene Christine Nesbitt uit Canada op de rol.[2]
- Het woord bezitster staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron “Ariane Schluter krijgt toneelring” (Donderdag 26 augustus 2010, 18:09), NOS
- ↑ Weblink bron “Topduels bij WK sprint in Thialf” (Vrijdag 21 januari 2011, 23:25), NOS