lichtgelovig
Uiterlijk
- licht·ge·lo·vig
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | lichtgelovig | lichtgeloviger | lichtgelovigst |
verbogen | lichtgelovige | lichtgelovigere | lichtgelovigste |
partitief | lichtgelovigs | lichtgelovigers | - |
lichtgelovig
- van een persoon dat hij makkelijk voor de mal te houden is omdat hij alles gelooft wat hem gezegd wordt
- De lichtgelovige man trapte in ieder verhaaltje van de winkelier en kocht daardoor allerlei nutteloze dingen.
- Het woord lichtgelovig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "lichtgelovig" herkend door:
94 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be