(Translated by https://www.hiragana.jp/)
manco - WikiWoordenboek Naar inhoud springen

manco

Uit WikiWoordenboek
  • man·co
  • Leenwoord uit het Italiaans, in de betekenis van ‘gebrek, tekort’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1824 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord manco manco's
verkleinwoord - -

het mancoo

  1. een tekort of gebrek.
84 % van de Nederlanders;
47 % van de Vlamingen.[2]


  enkelvoud meervoud
mannelijk manco mancos
vrouwelijk manca mancas

manco

  1. eenarmig