vloeren

From Wiktionary, the free dictionary
Jump to navigation Jump to search

Dutch

[edit]

Pronunciation

[edit]
  • Audio:(file)
  • Rhymes: -urən

Noun

[edit]

vloeren

  1. plural of vloer

Verb

[edit]

vloeren

  1. (transitive) to deck, (throw against the) floor
  2. (figuratively, transitive) to floor, defeat totally, eliminate
  3. (transitive) to (lay a) floor (in ...), cover with flooring

Conjugation

[edit]
Conjugation of vloeren (weak)
infinitive vloeren
past singular vloerde
past participle gevloerd
infinitive vloeren
gerund vloeren n
present tense past tense
1st person singular vloer vloerde
2nd person sing. (jij) vloert, vloer2 vloerde
2nd person sing. (u) vloert vloerde
2nd person sing. (gij) vloert vloerde
3rd person singular vloert vloerde
plural vloeren vloerden
subjunctive sing.1 vloere vloerde
subjunctive plur.1 vloeren vloerden
imperative sing. vloer
imperative plur.1 vloert
participles vloerend gevloerd
1) Archaic. 2) In case of inversion.

Derived terms

[edit]