(Translated by https://www.hiragana.jp/)
Navigatie: verschil tussen versies - Wikipedia

Navigatie: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Kookkkk
Labels: Visuele tekstverwerker Bewerking via mobiel Bewerking via mobiele website
k Wijziging van 92.68.205.131 (Overleg) teruggedraaid naar de laatste versie van Saschaporsche
 
(20 tussenliggende versies door 10 gebruikers niet weergegeven)
Regel 1:
[[Bestand:Navigatie.jpg|thumb|Navigatiehulpmiddelen doorbij hetde luchtruimplanning van Nederland<brde />navigatie door het Nederlandse luchtruim]]
'''Navigatie''' is de kunst van het plannen en volgen van een route om zich daarmee van de huidige positie naar de bestemming te verplaatsen. Het woord 'navigatie' is afgeleid uit de [[Latijn]]se woorden ''navis'', dat [[schip (transportmiddel)|schip]] betekent, en ''agere'', dat in deze context bewegen of sturen betekent.
 
Regel 15:
 
== Geschiedenis van de navigatie ==
Aanvankelijk voeren zeelieden alleen dicht onder de kust en bepaalden hun plaats en koers aan de hand van markante punten op de wal. Dit werd bemoeilijkt door [[mist]] of een donkere nacht. Vuurtorens maakten het makkelijker, de bepaalde bodemtypen te herkennen, soms zelfs door te proeven van de modder, informatie over de plaats te winnen. Ook de waterdiepte (in [[Pharosvadem]]) geeft informatie: in [[Handelingen van Alexandriëde apostelen|Handelingen]] mag27:28-29 meten de zeelui een verminderde diepte, en dat doet vermoeden dat land in de buurt is, wat men door de hierduisternis niet onvermeldkan blijvenzien.
 
De koers kon worden bepaald aan de hand van zon en sterren, maar ook dat kon natuurlijk alleen bij helder weer. De vermelding in Handelingen 27:20 geeft aan dat de zeelui geen enkele indicatie hadden over de koers. Het magnetisch [[kompas]], dat eeuwenlang een belangrijke koersindicator was, bestaat pas sinds de 12e eeuw.
Bij ondiep water was het mogelijk om bodemmonsters te nemen en door bepaalde bodemtypen te herkennen, soms zelfs door te proeven van de modder, informatie over de plaats te winnen. Ook de waterdiepte (in [[vadem]]) geeft informatie: in [[Handelingen van de apostelen|Handelingen]] 27:28-29 meten de zeelui een verminderde diepte, en dat doet vermoeden dat er land in de buurt is, wat men door de duisternis niet kan zien.
 
Een plaats op zee, overal op aarde, is door de [[breedtegraad]] en de [[lengtegraad]] bepaald. Beide worden in graden uitgedrukt, niet in kilometers of mijlen. De breedte is vrij makkelijk te bepalen: door de hoek tussen de zon en de [[Horizon (lijn)|horizon]] op het hoogste punt van de schijnbare zonnebaan te meten kan deze vrij eenvoudig worden afgeleid. Ook andere hemellichamen met een bekende positie, zoals de [[poolster]], kunnen hiervoor worden gebruikt. Hiervoor werden, in chronologische volgorde, het [[astrolabium]], de [[jakobsstaf]] en de [[Sextant (navigatie)|sextant]] gebruikt. De lengte is lastiger: Voor de bepaling van de lengtegraad uit de hoogte van de zon moet men een zeer nauwkeurige tijdsbepaling hebben en dat was eeuwenlang een belangrijk probleem. Pas omstreeks 1762 werd de eerste voldoende nauwkeurige chronometer voor dit doel gemaakt, door [[John Harrison (uitvinder)|John Harrison]].
De koers kon worden bepaald aan de hand van zon en sterren, maar ook dat kon natuurlijk alleen bij helder weer. De vermelding in Handelingen 27:20 geeft aan dat de zeelui geen enkele indicatie hadden over de koers. Het magnetisch [[kompas]], dat eeuwenlang een belangrijke koersindicator was, bestaat pas sinds de 12e eeuw.
 
Een plaats op zee, overal op aarde, is door de [[breedtegraad]] en de [[lengtegraad]] bepaald. Beide worden in graden uitgedrukt, niet in kilometers of mijlen. De breedte is vrij makkelijk te bepalen: door de hoek tussen 1762 werd de eerste voldoende nauwkeurige chronometer voor dit doel gemaakt, door [[John Harrison (uitvinder)|John Harrison]].
 
Door een dicht wolkendek kan het onmogelijk zijn om een ster te schieten. Slecht zicht kan er ook voor zorgen dat kenbare punten aan de wal niet goed zijn waar te nemen. Men navigeert dan volgens een [[gegist bestek]]. Vanuit de laatst bekende positie, bijvoorbeeld verkregen uit een stersbestek, zet men de sindsdien gevaren koers en afstand uit. Dit wordt natuurlijk onnauwkeuriger naarmate de verstreken tijd sinds de laatste bekende verblijfplaats groter is. Ook is het een probleem als het effect van wind en stroom niet goed bekend is.
Regel 29 ⟶ 27:
De richting was met het magnetische [[standaardkompas]] redelijk goed te bepalen. De introductie van het [[Gyrokompas|gyroscopisch kompas]] was een behoorlijke verbetering, doordat dit niet gehinderd wordt door [[Magnetische declinatie|variatie]] en deviatie. Zeer geavanceerde instrumenten zijn het [[ringlasergyrokompas]] en het [[fibre optic gyrokompas]].
 
== Modern navigerenRadionavigatie ==
Een van de eerste systemen voor [[luchtvaartnavigatie]] om nauwkeurig en betrouwbaar de positie te bepalen, onafhankelijk van weersomstandigheden, was via [[radiobaken]]s. Deze radiobakens bevinden zich op een vaste plaats op aarde, waarvan de precieze coördinaten bekend zijn. Wanneer schepen een signaal ontvangen van een radiobaken, kunnen ze met behulp van een [[Radio Direction Finder|radiorichtingzoeker]] aan boord bepalen vanuit welke richting het signaal van het baken komt. Als een schip signalen van minimaal twee radiobakens heeft ontvangen, kan precies bepaald worden waar het schip zich bevindt (zogenaamde kruispeiling). De nauwkeurigheid neemt toe naarmate meer bakens kunnen worden ontvangen, en de hoeken tussen de gepeilde richtingen zo recht mogelijk zijn. De nauwkeurigheid van dit systeem was echter nog niet zo groot.
 
Regel 38 ⟶ 36:
De volgende stap was ''[[VHF Omnidirectional Range station|VHF Omnidirectional Range]]'', of VOR. Hierbij wordt het continue signaal van een ''master''zender vergeleken met een roterend ''slave''station. Door het faseverschil te meten, kan een hoek bepaald worden die in theorie nauwkeuriger is dan via radiobakens.
 
Tijdens de Tweede Wereldoorlog werden in [[Verenigd Koninkrijk|Groot-Brittannië]] meerdere systemen ontwikkeld om de nauwkeurigheid te vergroten. Dit waren onder andere [[Gee (navigatie)|Gee]] en [[DECCA]]. In de [[Verenigde Staten]] werd hieruit [[LORAN]]-A ontwikkeld, later [[Loran-C|LORAN-C]]. Dit zijn zogenaamde [[Hyperbolisch navigatiesysteem|hyperbolische plaatsbepalingssystemen]]. Hierbij werd het faseverschil (DECCA) of het tijdsverschil (Gee en LORAN) bepaald tussen een ''master''- en een ''slave''zender. Dit levert een hyperbool op als mogelijke [[positielijn]]. Door gebruik te maken van minimaal twee ''slave''zenders, kan de positie bepaald worden. Deze zou moeten liggen op de snijding van de hyperbolen.
 
In [[1960]] lanceerde de [[United States Navy|Amerikaanse marine]] het TRANSIT- of NAVSAT-systeem (''Navy Navigation Satellite System''). Hierbij werd gebruikgemaakt van het [[dopplereffect]] om de positie te bepalen. Nadeel hierbij was dat er slechts eens in de paar uur een positie kon worden bepaald.
Regel 48 ⟶ 46:
De [[Rusland|Russische]] versie van gps is [[GLONASS]]. Vanaf [[1982]] werd begonnen met de lancering van de satellieten. Door de economische malaise werd het echter sterk verwaarloosd, waardoor het eind jaren negentig buiten gebruik raakte. In 2001 werd besloten om het systeem weer operationeel te maken. Sinds 2011 is het systeem weer wereldwijd bruikbaar.
 
[[Galileo (navigatie)|Galileo]] is het Europese antwoord op gps en zou in [[20142021]] volledig operationeel moeten zijn. De nauwkeurigheid van de nu al beschikbare standaard service wordt vergelijkbaar met gps,. terwijlDe degeplande commerciëlegratis varianthigh-accuracy service zou een nauwkeurigheid van minder dan een meter zou moeten hebben. In combinatie met grondstations zou de nauwkeurigheid minder dan 10 centimeter kunnen wordengeven.
 
== Zie ook ==