(Translated by https://www.hiragana.jp/)
Bioscoop - Wikipedia

Bioscoop

theater waar filmvoorstellingen gegeven worden

Een bioscoop (in Vlaanderen ook cinema genoemd) is een publieke uitgaansgelegenheid die gericht is op het bekijken van films. Het aantal bezoekers dat in een bioscoop naar de film kan, hangt af van het aantal zalen in de bioscoop en het aantal zitplaatsen per zaal. Nieuwere bioscopen, met name in grotere steden, beschikken over het algemeen over een groter aantal zalen. Oudere bioscopen hebben een kleiner aantal zalen zodat er minder films tegelijk kunnen worden vertoond. Bij de moderne bioscopen wordt een verschil gemaakt tussen een cityplex (tot zeven zalen), een multiplex (tot veertien zalen) en een megaplex (vijftien of meer zalen). De verschillende zalen in een bioscoop hebben meestal een verschillend aantal zitplaatsen.

Een bioscoop in Victoria, Australië.

Het woord bioscoop komt uit het Grieks, van de woorden βιος, bios (dat leven betekent) en σκοπειν, skopein (dat kijken betekent).

Ontwerp en inrichting

bewerken
 
Cinema Odeon in Florence.

Een bioscoop is qua inrichting te vergelijken met een theater, en bestaat over het algemeen uit een zaal met rijen stoelen en een foyer met daaraan grenzende kassa's, eet- en drinkfaciliteiten en toiletten. Meestal bevinden zich nabij de bioscoop andere uitgaansgelegenheden, zoals een café of restaurant. Er zijn theaters die in een bioscoop kunnen transformeren door er een scherm naar beneden te laten waarop een projector wordt gericht; dit kan een permanente situatie zijn, maar ook een tijdelijke, bijvoorbeeld als films worden vertoond met een vergelijkbaar publiek als normaal gesproken het theater bezoekt of als alternatief voor als een bioscoop door bijvoorbeeld een verbouwing gesloten is. Traditionele bioscoopzalen beschikken vaak over een balkon, een hoger gelegen verdieping, en loges aan de zijwanden, waar de zitplaatsen meestal groter, zachter en comfortabeler zijn en een hogere toegangsprijs voor moet worden betaald.

De modernere bioscoopzalen worden ingericht volgens een patroon waarbij iedere rij hoger ligt dan de voorgaande rij, om op die manier alle bezoekers vrij zicht te geven op het filmdoek. In zalen waar de stoelen op dezelfde hoogte zijn geplaatst is het scherm soms hoger geplaatst, maar dit geeft verticaal een ongunstige kijkhoek voor wie vooraan zit. Soms verspringen de rijen, waardoor de bezoekers tussen de hoofden van de mensen voor hen door kunnen kijken.

 
Cinema De Keizer in het Cultuurhuis De Keizer te Lichtervelde

Omdat de ruimte tussen de rijen vaak beperkt is, worden deze meestal op enkele plaatsen doorbroken door trappen/paden om de toegankelijkheid van de zitplaatsen te vergroten. In oudere bioscopen werden trappen gemarkeerd met lichten die in de stoelen waren verwerkt. Later zijn op de trap zelf vaak lampjes of lichtgevende markeringen aangebracht. Hierdoor is de trap goed te zien in het donker, wat vervelende valpartijen voorkomt als mensen naar hun plaatsen moeten lopen terwijl de lichten al uit zijn voor de film, wat kan voorkomen als ze laat binnenkomen.

Prijzen en toegang

bewerken
 
Kaartverkoop van de Laemmle's Monica 4 bioscoop in Santa Monica, Californië.

Bezoekers moeten in de meeste gevallen een kaartje kopen dat hen toegang geeft tot de bioscoop. Afhankelijk van de bioscoop, mogen bezoekers hun plaats zelf uitzoeken, of wordt op het toegangsbewijs aangeven welke stoel de bezoeker gedurende de film tot zijn beschikking heeft. In het laatste geval heeft de bioscoop vaak ouvreuses en plaatsaanwijzers in dienst, medewerkers die de bioscoopbezoekers hun plaats wijzen. Daarnaast kan bij de kassa op een computerscherm worden afgelezen welke plaatsen al bezet zijn, zodat vastgesteld kan worden welke plaatsen vrij zijn. Dit is ook te zien op de site van de bioscoop, zodat mensen die online willen reserveren kunnen zien welke plekken nog vrij zijn.

's Avonds, in het weekend of tijdens filmpremières liggen de toegangsprijzen over het algemeen hoger dan op andere dagdelen en op dagen als maandag en dinsdag. Daarnaast doen bijna alle bioscopen aan prijsdiscriminatie, waarbij kinderen, studenten en 65-plussers minder hoeven te betalen.

Entreeprijzen liggen veelal rond 10 à 12 euro. Vaak moet voor films die langer duren dan 2,5 uur of met 3D-techniek een toeslag betaald worden.

Voorheen werden de toegangskaartjes gekocht aan de kassa, bij de ingang van de bioscoop. Daarnaast kon men telefonisch een plaats reserveren. In een later stadium werd het mogelijk via internet of een kaartautomaat bioscoopkaartjes te kopen. Dit heeft als voordeel dat men niet meer in de rij voor de kassa hoeft te staan maar gelijk door kunt lopen naar de film wat handig is als men aan de late kant is. Een ander voordeel is dat men al ruim van tevoren kaartjes voor een film kan kopen. Dit is ideaal voor als een film erg populair is en de kaartverkoop snel kan gaan. Op deze manier kan dan teleurstelling worden voorkomen op de dag dan men naar de film wil gaan.

Leeftijd

bewerken
 
Een oude filmprojector in het Cultuurhuis De Keizer

In Nederland worden alle films beoordeeld aan de hand van de Kijkwijzer, die onder meer aangeeft of de film geschikt is voor een bepaalde leeftijd. De films krijgen een kijkwijzerleeftijd van AL (Alle Leeftijden), 6, 9, 12, 14, 16 of 18. Er geldt een wettelijk verbod voor bioscoopexploitanten om jongeren onder de 16 of 18 toe te laten bij een film in de kijkwijzercategorie 16 of 18 jaar, zoals vermeld in artikel 240a van het Wetboek van Strafrecht. Daarom wordt in twijfelgevallen naar de identiteitskaart gevraagd.

Bioscoopprogramma

bewerken

In Nederland loopt het wekelijkse bioscoopprogramma van donderdag t/m woensdag. Gevolg is dat nieuwe films gewoonlijk op een donderdag in première gaan. Soms gebeurt dit op woensdag. Voor zover er voorpremières zijn vinden die meestal op zaterdagnacht plaats. Verder zijn er, zonder aankondiging welke film wordt gedraaid, de sneakpreviews.

Het bioscoopprogramma wordt vaak in de nacht van maandag op dinsdag voor de nieuwe filmweek op internet bekendgemaakt. Dit gebeurt niet eerder, omdat het van het aantal bezoekers afhangt of een film in de nieuwe week wederom geprogrammeerd wordt. Er zijn algemene websites (Belbios, Biosagenda, Filmladder, FilmVandaag en CineNews voor bioscoopprogramma's en bioscopen in Nederland, en Cinebel voor bioscoopprogramma's en bioscopen in België) en bioscoopketens en losse bioscopen hebben een eigen website waarop zij naast het huidige programma ook overige informatie publiceren en bekendmaken welke films in de komende periode worden verwacht. Cineville heeft een gemeenschappelijke site, maar de deelnemende bioscopen hebben ook ieder hun eigen site.

Er zijn ook folders met het bioscoopprogramma, zogenaamde filmladders, met een weekoverzicht van de bioscoopagenda in een verticale vorm, waarbij de tijden per bioscoop gegroepeerd zijn. Per bioscoop staan de films die er in de week draaien met de speeltijden. Een dergelijke filmladder toont het programma voor alle bioscopen in één of enkele steden. Publicatie in kranten is voor een groot deel afgeschaft. Het bioscoopprogramma kan ook deel uitmaken van een algemenere uitagenda, zoals de Uitloper.

Bioscopen in Nederland en België

bewerken
 
Filmzaal in Helmond

De eerste bioscoop (bioscooptheater) in Nederland was het Kurhaustheater, dat als Cinématographe Lumière op 9 juni 1896 in Scheveningen werd geopend.[1] Het was echter maar een kort leven beschoren, want op 30 september werd wegens het tanend aantal bezoekers en de achteruitgang van de beeldkwaliteit door slijtage aan de transportstrook van de celluloidfilm, de laatste voorstelling gegeven. Een door de Nederlandse Bioscoopbond in 1956 ter ere van het 60-jarig bestaan van de film voorstellingen in Nederland geplaatste gedenksteen in het Kurhaus herinnert aan de eerste bioscoop in Nederland.

Nederland heeft 154 reguliere bioscopen (2016), 40 filmtheaters, 79 kleine filmtheaters/filmhuizen, 4 openluchtbioscopen, ongeveer 60 seksbioscopen, 1 Virtual Reality bioscoop (sinds 2016) en 1 panoramavliegsimulator (sinds 2017).[2] Vrij veel bioscopen zijn onderdeel van een keten. Cineville is een samenwerkingsverband van een aantal bioscopen.

De grootste bioscoopketens in Nederland zijn Pathé, Vue en Kinepolis. Alle drie de ketens hebben echter hun wortels in andere landen liggen. Pathé heeft haar wortels in Frankrijk liggen, Vue komt uit Groot-Brittannië en Ierland en Kinepolis is een Belgische keten. De grootste bioscoopketens in België zijn Kinepolis en UGC. Kinepolis in Brussel was in 1988 een van de eerste megaplex-bioscopen ter wereld met 25 zalen en 7500 stoelen.

Het grootste scherm in Nederland heeft zaal 1 van de Vuebioscoop in Kerkrade met 12 x 24 meter, direct gevolgd door het scherm van 10,9 x 26 meter in zaal 12 van Kinepolis Jaarbeurs in Utrecht. De voormalige drive-inbioscoop in Landgraaf (1979 - 2001) had een nog groter scherm: 12 × 28 meter.[3] Pathé Arnhem heeft het grootste IMAX-scherm van Nederland. Het scherm heeft een afmeting van 21 x 12 meter.

Pathé Arena in Amsterdam is met 3250 stoelen verdeeld over 14 zalen de grootste bioscoop van Nederland, gevolgd door Kinepolis Jaarbeurs met 3200 stoelen. De grootste bioscoopzaal van Nederland is te vinden in Pathé Ede te Ede met 1030 stoelen in de ExpoTheater zaal.

In 2002 werd de eerste 4D-film in Nederland vertoond in het Noord-Brabantse attractiepark de Efteling(PandaDroom, later Fabula). Bij de stereoscopische film werden special effects toegevoegd om de vierde dimensie te creëren. Special effects waren bewegende banken, geur-, water- en luchteffecten.

Deze technologie bleef lange tijd weg uit de Nederlandse bioscopen. Vanaf 2017 wordt er onder een andere naam '4DX' de stappen gemaakt om de 4D ook in bioscopen te introduceren.[4]

Nederlandse Vereniging van Bioscopen en Filmtheaters (NVBF)

bewerken

De Nederlandse Vereniging van Bioscopen en Filmtheaters (NVBF) is de brancheorganisatie waar vrijwel alle bioscoop- en filmtheaterexploitanten in Nederland lid van zijn.

Voorwaarden voor lidmaatschap zijn onder meer:

  • beschikken over een 35mm filmprojector en/of een digitale projector met een resolutie van minimaal 2K (2048×1080 pixels). De DCI standaard
  • beschikken over een vaste vertoningsruimte (met vaste projectie opstelling / projectiescherm, aparte projectiecabine en vast stoelenplan)
  • minimaal één keer per week een film vertonen
  • meedoen aan acties zoals de jaarlijkse 2-voor-1 actie in samenwerking met Albert Heijn (twee personen naar de film voor de prijs van een na besteding van een bedrag bij deze supermarktketen)

Digitalisering

bewerken

Sinds 2012 zijn vrijwel alle filmvertoningen in Nederland en België digitaal.[5] Cinema Digitaal is de landelijke, door de overheid gesteunde organisatie die de regie voerde bij de invoering, in samenwerking met Arts Alliance Media. Distributeurs, die de kosten besparen van de productie en het transport van fysieke kopieën, betalen gedurende een aantal jaren een virtual print fee (VPF) per digitale premièrekopie die ze uitbrengen. Dit geld draagt bij aan de financiering van de apparatuur in de bioscopen. Pathé, Euroscoop en Utopolis nemen niet deel aan Cinema Digitaal en volgden met hun moederbedrijf een eigen traject.

Nabespreking, livepresentatie en -uitzending

bewerken

Soms is er na een film een nabespreking met makers van de film, bijvoorbeeld de regisseur, de scenarioschrijver en enkele acteurs. Het publiek kan dan vragen stellen. Ook kan een aanwezige regisseur een reguliere bioscoopfilm van commentaar voorzien, zoals maandelijks bij Extra Live in Het Ketelhuis, gepresenteerd door Isolde Hallensleben. Soms bestaat een voorstelling uit een live-presentatie van filmpjes, zoals maandelijks Werkman en Rijven in filmtheater Kriterion.

Bioscopen worden regelmatig ingezet om live-uitzendingen van bijvoorbeeld een opera-uitvoering of een concert elders. Ook is een soort videoconferentie mogelijk, in de zin dat de communicatie naar de bioscoop toe high-definition video is en in de andere richting audio; er is dan een combinatie van live-uitzending (op het moment zelf) en livepresentatie (in de zaal aanwezig). Zo was er in 2009 een evenement in Rotterdam en in 2010 een in Amsterdam, met een high-definition videolink tussen een bioscoopzaal en een operatiekamer in een ziekenhuis. Hierbij was er communicatie in twee richtingen, de presentator in de bioscoopzaal praatte met de chirurg in de operatiekamer, en met cameramensen en regie.

Bioscoopbezoek in Nederland

bewerken

In 1956 bereikte het aantal bioscoopbezoeken in Nederland een piek van 70 miljoen per jaar. Maar door de opkomst van televisie, videorecorder en dvd-speler daalde dit tot zo'n 15 miljoen in 1985. Sindsdien neemt het bioscoopbezoek weer toe: in 2012 werden er zo'n 30 miljoen kaartjes verkocht. De helft van alle Nederlanders gaat minstens eenmaal per jaar naar de film; gemiddeld komt het bioscooppubliek vier keer per jaar naar een film kijken.[6][7]In 2020 en 2021 waren er minder bezoekers vanwege de coronapandemie die in 2020 uitbrak. Hierdoor moesten bioscopen in deze jaren vaak en langdurig sluiten.

Openluchtbioscoop

bewerken

Films kunnen bij goed weer ook in de open lucht worden vertoond. Dit gebeurt vaak tegen het eind van de zomer als het weer eerder donker wordt. Dit is meestal eind augustus, begin september. Op een groot plein of grasveld worden dan voordat het donker wordt een scherm, geluidsboxen en een container of wagen met projector geplaatst. Op dit scherm worden dan zodra het donker is films vertoond. Welke films dit zijn, wordt vermeld op de site van het evenement. Bezoekers nemen zelf iets mee om op te zitten, of regelen dit ter plekke. Een variant hierop is de drive-in bioscoop, waarbij mensen op een groot parkeerterrein of grasveld films kunnen zien vanuit hun auto. Hierbij is het geluid van de film vaak te horen via de autoradio. Deze dient hiervoor op een speciale frequentie te worden afgestemd die men ter plekke ontvangt. Bij een drive-in bioscoop zijn soms ook aparte zitplaatsen voor mensen zonder auto, bijvoorbeeld op een podiumpje, zodat ook mensen die geen auto hebben naar de film kunnen kijken. Er worden dan ook speakers geplaatst, zodat ook deze mensen het geluid van de film kunnen horen. Toegang tot een openluchtbioscoop of drive-in bioscoop kan gratis zijn of men moet hiervoor een kaartje kopen. Dit verschilt per evenement. Enkele bekende jaarlijks terugkerende openluchtfilm-vertoningen zijn de Pleinbioscoop (Rotterdam), Openlucht Filmfestival (Apeldoorn), Film in het Park (Schiedam) en Cinema Urbana (Zomer van Antwerpen)

Zie ook

bewerken
bewerken
Zie de categorie Cinemas van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.