Nederlandse Geloofsbelijdenis

De Nederlandse Geloofsbelijdenis (NGB) is opgesteld door Guido de Brés in 1561.

Deze belijdenis is oorspronkelijk bedoeld als uitleg voor de spaanse koning (Philips II) van het reformatorische geloof. In de 16e eeuw hebben Luther, Calvijn en Zwingli tegenover de Roomse leer het reformatorische beginsel van de rechtvaardiging van de goddeloze verdedigd. Dit beginsel betekent dat God mensen wil verlossen uit enkel genade. De Roomse kerk leert dat God mensen wil behouden omdat zij dat door hun goede werken waardig zijn. De Reformatie leert dat mensen behouden worden niet omdat zij dat waardig zijn maar uitsluitend om en door de genade van Christus. Uit het verzet van Luther, Calvijn en Zwingli tegen de roomse leer zijn de gereformeerde kerken en reformatorische belijdenisssen onstaan.

Guido de Brés (1522-1567) was een leerling van Calvijn. In zijn belijdenis heeft hij zich geheel op het werk van Calvijn georienteerd. Het belangrijkste werk van Calvijn is de Institutie of onderwijzing in de Christelijke religie.

De Nederlandse Geloofsbelijdenis volgt de lijn van de Institutie. De belijdenis bestaat uit 37 artikelen. De opbouw is als volgt:

1. artikel 1-2 Over het bestaan en het kennen van God

2. artikel 3-7 Over de Bijbel

3. artikel 8-11 Over de drie-eenheid van God

4. artikle 12-15 Over de schepping en de zonde van de mensen.

5. artikel 16 Over Gods eeuwige verkiezing

6. artikel 17-21 Over de Persoon en het werk van Christus

7. artikel 22-26 Over het geloof

8. artikel 27-32 Over de kerk

9. artikel 33-35 Over de sacramenten van de heilige Doop en het heilig Avondmaal

10. artikel 36 Over het ambt van de overheid

11. artikel 37 Over het laatste oordeel.

Deze belijdenis is geheel gestempeld door de gedachte dat de Bijbel in volle zin God Woord is. In de bijbel is de volkomen en volmaakte wil van God bekend geworden. Voor othodoxe christenen is dit een onopgeefbaar uitgangspunt. In de kleinere orthodox gereformeerde kerkverbanden heeft de NGB kerkelijk gezag. De leden van deze kerken onderschrijven deze belijdenis volkomen.