(Translated by https://www.hiragana.jp/)
Nancy - Wikipedia Naar inhoud springen

Nancy

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Voor de gelijknamige voornaam, zie Nancy (voornaam). Voor de film uit 2018, zie Nancy (film)
Nancy
Gemeente in Frankrijk Vlag van Frankrijk
Wapen van Nancy
Nancy (Frankrijk)
Nancy
Situering
Regio Grand Est
Departement Meurthe-et-Moselle (54)
Arrondissement Nancy
Kanton Hoofdplaats van 3 kantons: Nancy-1, Nancy-2 en Nancy-3
Coördinaten 48° 41′ NB, 6° 12′ OL
Algemeen
Oppervlakte 15,01 km²
Inwoners
(1 januari 2021)
104.260[1]
(6.946 inw./km²)
Hoogte 188 - 353 m
Burgemeester Mathieu Klein (PS)
(2020-2026)
Overig
Postcode 54100
INSEE-code 54395
Website Mairie van Nancy
Detailkaart
Nancy (Meurthe-et-Moselle)
Nancy
Locatie in Frankrijk Meurthe-et-Moselle
Foto's
Place Stanislas
Portaal  Portaalicoon   Frankrijk

Nancy is een stad in Frankrijk. De stad is ontstaan in de 11e eeuw en telde op 1 januari 2021 104.260[1] inwoners. Het is de hoofdstad van het departement Meurthe-et-Moselle in de regio Grand Est (Lorraine). De stad ligt aan de rivier de Meurthe.

In het verleden was Nancy de hoofdstad van het hertogdom Opper-Lotharingen. Het in de stad gelegen plein, Place Stanislas is sinds 1983 Werelderfgoed.

Door het Verdrag van Ribemont (880) kwam Lotharingen bij Oost-Francië, als het Hertogdom Lotharingen. Tot 1542 zou het gebied rond Nanzig, zoals Nancy toen heette, een deel van Oost-Francië (Duitsland) en later het Heilige Roomse Rijk blijven.

Hoofdstad van Lotharingen

[bewerken | brontekst bewerken]

De plaats ontstond rond 1050 op initiatief van Gerard van Lotharingen, de hertog van het "hertogdom van de Moezel" (later Opper-Lotharingen genoemd). Hij bouwde een feodaal kasteel en een ommuurde nederzetting halfweg tussen Metz en Saint-Nicolas-de-Port. Deze nederzetting (op de plaats van de huidige wijk Saint-Epvre) lag op moerassige grond en had regelmatig te maken met overstromingen van de Meurthe. In de 12e eeuw werd de parochiekerk Saint-Epvre gebouwd. Onder de opvolgers van Gerard van Lotharingen zou de nederzetting uitgroeien tot de hoofdstad van Lotharingen in de veertiende eeuw. Onder Ferry III werd in 1298 begonnen met de bouw van een nieuw kasteel ten noordoosten van de oude stad, maar pas onder Rudolf (1328-1346) kreeg Nancy echt het karakter van een hertogelijke residentie.

Karel de Stoute, de hertog van Bourgondië, had veel bezittingen in de Nederlanden. Hij probeerde het noordelijke deel (Nederlanden) te verenigen met het zuidelijke deel (Bourgondië). Hierbij lag enkel het hertogdom Lotharingen in de weg. Met het beleg van Nancy in 1477 probeerde hij de stad en het hertogdom te heroveren, maar dit lukte niet. Karel de Stoute liet zelf het leven bij de slag. Met het verdrag van Neurenberg van 1542 slaagde Anton van Lotharingen erin dat Lotharingen tot zelfstandig hertogdom werd verklaard, dat noch bij het Heilige Roomse Rijk, noch bij koninkrijk Frankrijk hoorde.

In deze tijd kende de stad een bloeitijd. Er kwam een universiteit in de stad en er waren veel invloedrijke kunstenaars actief.[2] De stad en het slot werden verfraaid en de stad kreeg ook een nieuwe omwalling met bastions. Rond 1500 werd een eerste brug over de Meurthe gebouwd, de Pont de Malzéville. Om de groeiende bevolking te huisvesten werd onder hertog Karel III begonnen met de bouw van een nieuwe stad ten zuiden van de oude stad.

Franse dreiging en bezettingen

[bewerken | brontekst bewerken]

In de eerste helft van de zeventiende eeuw had koning Lodewijk XIII van Frankrijk het plan om de oostgrenzen van het koninkrijk uit te breiden naar de Rijn, waardoor Lotharingen, de Elzas en de Franche-Comté door Frankrijk dreigden veroverd te worden. In 1631 vielen de Fransen het hertogdom binnen en in 1632 moest Karel IV van Lotharingen zich aan Frankrijk onderwerpen en het verdrag van Vic ondertekenen. Met de Vrede van de Pyreneeën in 1659 werd het grootste deel van Lotharingen teruggegeven aan de hertog. De vesting Nancy moest echter worden gesloopt. Twee jaar later verlieten de Fransen het hertogdom en kon Karel IV naar zijn land terugkeren. De stad had niet enkel te lijden onder de oorlog maar ook onder pestuitbraken.

Onder de oorlogszuchtige Lodewijk XIV van Frankrijk palmden de Fransen in 1670 het hertogdom terug in en vluchtte Karel IV naar Duitsland. De Fransen bouwden nieuwe vestingwerken die enkele decennia later alweer werden afgebroken. Pas met de Vrede van Rijswijk van 1697 kwam er een eind aan de Franse bezetting, waardoor Leopold in het bezit van de stad kwam. Enkele jaren later, bij het uitbreken van de Spaanse Successieoorlog (1702-1713), werd Nancy opnieuw door de Fransen bezet. Tijdens de regentschappen van Karel V en van Leopold breidde de stad zich uit. Ook op cultureel vlak nam de stad inmiddels een vooraanstaande plaats in.

Het Palais du Gouvernement (18e eeuw)

Toen in 1733 de Poolse Successieoorlog uitbrak werd het hertogdom weer door Frankrijk bezet. Vervolgens werd Lotharingen de inzet van een ingewikkelde ruil. Hertog Frans III van Lotharingen (later keizer van het Heilige Roomse Rijk) droeg het hertogdom in 1737 over aan Stanislaus Leszczyński, de afgezette koning van Polen. Hij transformeerde de stad: door de aanleg van drie monumentale pleinen verbond hij de oude en de nieuwe stad met elkaar. Na een lang en zeer welvarend bewind waarbij Stanislaus regeerde als een verlicht heerser, overleed de laatste hertog van Lotharingen in 1766. Volgens een afspraak met zijn schoonzoon, Lodewijk XV van Frankrijk, ging Lotharingen naar Frankrijk. Het werd een Franse provincie (met een speciaal statuut) tot aan de Franse Revolutie. Vanaf 1778 was Nancy de zetel van een bisschop.

De 19e eeuw bracht de aanleg van het Marne-Rijnkanaal en de aanleg van de spoorlijn Parijs-Straatsburg. In 1871, na de Frans-Duitse Oorlog, bleef Nancy Frans. Dit in tegenstelling tot de Elzas en het departement Moselle, met Straatsburg en met Metz, die aan het keizerrijk Duitsland overgedragen moesten worden. Voor Nancy luidde dit een gouden tijd in; veel Fransen uit de door het Duitse Keizerrijk geannexeerde gebieden weigerden de Duitse nationaliteit aan te nemen en vestigden zich in Nancy.

Vanuit Nancy startte rond 1890 in Frankrijk de beweging van de art nouveau (of jugendstil). De bekendste namen van deze School van Nancy zijn Émile Gallé, Antonin Daum, Louis Majorelle, Victor Prouvé en Eugène Vallin. In de stad bevonden zich een aantal vooraanstaande glaskunstateliers, waaronder de glasblazerij van Gallé die tot 300 arbeiders tewerk stelde.[3]

Hoogtepunt van deze bloeitij voor de stad was de Exposition internationale de l'Est in 1909, een tentoonstelling die zes maanden duurde en twee miljoen bezoekers naar de stad lokte.

Gedurende de Eerste Wereldoorlog werd de stad langere tijd gebombardeerd door Duits langeafstandsgeschut, wat grote materiële schade veroorzaakte.

Na de Tweede Wereldoorlog werd Nancy zoals veel Franse steden geconfronteerd met woningnood. Er kwamen nieuwe woonwijken in Nancy en de omringende gemeenten. De opening in 1971 van de A31, de autosnelweg naar Metz, zorgde voor een nieuwe ontsluiting van de stad.[4]

De oppervlakte van Nancy bedroeg op 1 januari 2021 15,01 vierkante kilometer; de bevolkingsdichtheid was toen 6.946 inwoners per km².

Nancy ligt grotendeels in de riviervlakte van de Meurthe en deze rivier vormt de oostelijke grens van de gemeente. Evenwijdig met de Meurthe ligt het Marne-Rijnkanaal. In het noordwesten van de gemeente ligt het Plateau de Haye,[5] een gebied dat vroeger bebost was. Het Fôret de Haye ligt nu verder naar het westen maar is nog steeds meer dan 10.000 ha groot.

De onderstaande kaart toont de ligging van Nancy met de belangrijkste infrastructuur en aangrenzende gemeenten.

Tussen 1871 en 1910 verdubbelde de bevolking tot meer dan 120.000. Dit was voor een groot deel het gevolg van de instroom van vluchtelingen uit Elzas en Moselle, die ingelijfd waren bij het Duitse Keizerrijk.

Onderstaande figuur toont het verloop van het inwonertal (bron: INSEE-tellingen).

Grafiek inwonertal gemeente
Grafiek inwonertal gemeente

Verkeer en vervoer

[bewerken | brontekst bewerken]
Stadhuis
Fontein op het Stanislasplein
Porte de la Craffe

Stadsvervoerbedrijf STAN exploiteert een bandentramlijn (geleide bus) en meerdere stadsbuslijnen.

Nancy ligt aan de A31, die Luxemburg met Dijon verbindt. Via de A33 kan men richting Straatsburg reizen.

In de gemeente ligt het open spoorwegstation Nancy-Ville. Er was ook het gesloten spoorwegstation Nancy-Saint-Georges.

Bezienswaardigheden

[bewerken | brontekst bewerken]

In 1976 werd het historische centrum van de stad als geheel beschermd. Deze secteur sauvegardé werd later nog uitgebreid van 150 ha naar 166 ha.

Werelderfgoed

[bewerken | brontekst bewerken]

Zie: Place Stanislas, Place de la Carrière en Place d'Alliance.

Ander erfgoed

[bewerken | brontekst bewerken]

De Tour de la Commanderie Saint-Jean du Vieil-Aître uit 1140 is het oudste nog bestaande gebouw van de stad. Deze toren hoorde bij een commanderij van de hospitaalridders.

  • Musée des beaux-arts de Nancy, Place Stanislas.
  • Musée Lorrain, Palais des Ducs de Lorraine.
  • Musée de l'École de Nancy in de voormalige woning van Eugène Corbin.
  • Muséum-aquarium de Nancy, Université Nancy.

Nancy is de thuishaven van voetbalclub AS Nancy-Lorraine. De club speelt haar wedstrijden in het Stade Marcel Picot.

Nancy is 18 keer etappeplaats geweest in de wielerkoers Ronde van Frankrijk. In 1962 en 1966 startte de Ronde van Frankrijk in Nancy. Met twee ritzeges won de legendarische Fausto Coppi (in 1949 en 1952) het vaakst in Nancy. In 2019 was Elia Viviani de laatste ritwinnaar in Nancy.

Het Stanislasplein (Place Stanislas)
Het Stanislasplein (Place Stanislas)
Zie de categorie Nancy, France van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.