(Translated by https://www.hiragana.jp/)
Arrondissement Kortrijk - Wikipedia Naar inhoud springen

Arrondissement Kortrijk

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Kortrijk
Arrondissement in België Vlag van België
Geografie
Gewest Vlag Vlaanderen Vlaanderen
Provincie Vlag West-Vlaanderen West-Vlaanderen
Oppervlakte
– Onbebouwd
– Woongebied
– Andere
406,14 km² (2022)
61,02%
17,31%
21,66%
Coördinaten 50°51'NB, 3°18'OL
Bevolking (Bron: Statbel)
Inwoners
– Mannen
– Vrouwen
– Bevolkingsdichtheid
302.332 (01/01/2024)
49,54%
50,46%
744,4 inw./km²
Leeftijdsopbouw
– 0-17 jaar
– 18-64 jaar
– 65 jaar en ouder
(01/01/2024)
19,61%
58,58%
21,81%
Buitenlanders 8,28% (01/01/2024)
Economie
Gemiddeld inkomen 20.984 euro/inw. (2021)
Werkloosheidsgraad 4,74% (jan. 2019)
Overige informatie
Gemeenten 12
Deelgemeenten 42
NIS-code 34000
Portaal  Portaalicoon   België

Het arrondissement Kortrijk is een van de acht arrondissementen van de provincie West-Vlaanderen in België. Het arrondissement heeft een oppervlakte van 402,87 km² en telde 302.332 inwoners op 1 januari 2024. Daarmee is het na het arrondissement Antwerpen, het dichtstbevolkte arrondissement van Vlaanderen. Op Belgisch niveau is het wat betreft bevolkingsdichtheid het 6de arrondissement.

Het arrondissement Kortrijk ontstond in 1800 als vierde arrondissement in het Leiedepartement. Het bestond oorspronkelijk uit de kantons Avelgem, Harelbeke, Ingelmunster, Kortrijk, Menen, Meulebeke, Moorsele, Oostrozebeke en Roeselare.

In 1818 werd het kanton Avelgem afgestaan met het oog op de vorming van het nieuwe arrondissement Avelgem, het kanton Menen aan het nieuwe arrondissement Menen, het kanton Roeselare aan het nieuwe arrondissement Roeselare, het kanton Meulebeke aan het nieuwe arrondissement Tielt en de kantons Ingelmunster en Oostrozebeke aan het nieuwe arrondissement Wakken.

In 1823 werden de arrondissementen Avelgem en Menen reeds opgeheven en kwamen de afgestane gebieden terug naar het arrondissement Kortrijk.

Bij de definitieve vaststelling van de taalgrens in 1963 werden de toenmalige gemeenten Moeskroen, Lowingen, Herzeeuw, Dottenijs en de wijk Risquons-Tout van de gemeente Rekkem afgestaan aan het nieuw gevormde arrondissement Moeskroen.

Het arrondissement was tot 2014 zowel een bestuurlijk als een gerechtelijk arrondissement. Dit laatste bestond verder uit het grootste deel van het arrondissement Roeselare (behalve de gemeenten Staden, Moorslede en Lichtervelde) en de meest zuidelijke gemeenten van het arrondissement Tielt: Meulebeke, Dentergem, Oostrozebeke en Wielsbeke. In 2014 is het gerechtelijk arrondissement Kortrijk opgegaan in het gerechtelijk arrondissement West-Vlaanderen.

Administratieve indeling

[bewerken | brontekst bewerken]
Kortrijk Supranationaal Nationaal Gemeenschap Gewest Provincie Arrondissement Provinciedistrict Kanton Gemeente District
Administratief Niveau Vlag van Europa Europese Unie Vlag van België België Vlag Vlaanderen Vlaanderen Vlag West-Vlaanderen West-Vlaanderen Kortrijk 12 -
Bestuur Europese Commissie Belgische regering Vlaamse regering Deputatie Gemeentebestuur Districtscollege
Raad Europees Parlement Senaat Kamer van
volksvertegen­woordigers
Vlaams Parlement Provincieraad Gemeenteraad Districtsraad
Kiesomschrijving Nederlands Kiescollege Kieskring West-Vlaanderen Kortrijk-Ieper Kortrijk 4 12 -
Verkiezing Europese Federale Vlaamse Provincieraads- Gemeenteraads- Districtsraads-

Gemeenten:

Deelgemeenten:

Demografische evolutie

[bewerken | brontekst bewerken]
  • Bron:NIS - Opm:1806 t/m 1980=volkstellingen; vanaf 1990= inwoneraantal per 1 januari
  • De terugval van de bevolking over de periode 1961-1970 is het gevolg van de overheveling van een aantal overwegend franstalige gemeenten naar het nieuwe arrondissement Moeskroen bij het vastleggen van de taalgrens in 1963.
Inwoners van jaar tot jaar op 1 januari
1992 tot heden
Jaar Aantal[1] Evolutie: 1992=index 100
1992 277.373 100,0
1993 278.030 100,2
1994 278.435 100,4
1995 278.596 100,6
1996 279.039 100,4
1997 278.571 100,4
1998 278.552 100,4
1999 278.541 100,4
2000 278.311 100,3
2001 277.786 100,1
2002 277.893 100,2
2003 277.430 100,0
2004 277.126 99,9
2005 277.190 99,9
2006 277.515 100,1
2007 278.160 100,3
2008 278.785 100,5
2009 280.049 101,0
2010 281.112 101,3
2011 282.130 101,7
2012 283.176 192,1
2013 283.739 102,3
2014 284.581 102,6
2015 285.509 102,9
2016 286.471 103,3
2017 287.823 103,8
2018 289.114 104,2
2019 290.706 104,8
2020 292.493 105,5
2021 293.338 105,8
2022 295.981 106,7
2023 299.735 108,1
2024 302.332 109,0

Sociaal overleg

[bewerken | brontekst bewerken]

Op arrondissementsniveau zijn er twee overlegorganen tussen werkgevers- en werknemersorganisaties: de Sociaal-Economische Raad van de Regio (SERR) en het Regionaal Economisch Sociaal Overlegcomité (RESOC). De SERR Zuid-West-Vlaanderen is bipartiet samengesteld en de RESOC Zuid-West-Vlaanderen tripartiet, dit wil zeggen dat er ook vertegenwoordigers van de gemeenten en provincies aan deelnemen. Het bevoegdheidsgebied van de RESOC Zuid-West-Vlaanderen en de SERR Zuid-West-Vlaanderen komt overeen met de oppervlakte van het arrondissement. Beide overlegorganen komen op regelmatige basis samen.

RESOC Zuid-West-Vlaanderen heeft onder meer de bevoegdheid om het streekpact op te stellen[2], dit is een strategische visie op de sociaaleconomische ontwikkeling van de streek met een duur van zes jaar. Daarnaast kunnen steden, gemeenten en de Vlaamse Regering het orgaan om advies vragen over sociaaleconomische kwesties. De twee voornaamste beleidsterreinen van het RESOC zijn economie en werkgelegenheid. RESOC Zuid-West-Vlaanderen is samengesteld uit 8 vertegenwoordigers van de lokale werknemersorganisaties (ABVV, ACV en ACLVB), 8 vertegenwoordigers van de werkgeversorganisaties (Voka, UniZO, Boerenbond en Verso) en ten slotte 4 vertegenwoordigers van de gemeenten en 4 voor de provincie. Daarnaast kan RESOC Zuid-West-Vlaanderen autonoom beslissen om bijkomende organisaties of personen uit te nodigen. Voorzitter van RESOC Zuid-West-Vlaanderen is Stefaan De Clerck.[3]

SERR Zuid-West-Vlaanderen heeft als belangrijkste taak de verschillende overheden te adviseren over hun werkgelegenheidsinitiatieven voor de eigen streek. Daarnaast houdt de raad in de gaten hoe de werkgelegenheid zich ontwikkelt in de regio, met specifieke aandacht voor kansarme groepen.

Beide overlegorganen worden overkoepeld door het Erkend Regionaal Samenwerkingsverband (ERSV), een juridische hulpstructuur op provinciaal niveau, die verantwoordelijk is voor het personeels- en financiële beheer van de verschillende SERR's en RESOC's binnen de provincie West-Vlaanderen.[4]