Garzweiler
Garzweiler is een Duitse bruinkoolgroeve waar bruinkool in dagbouw wordt gewonnen en de naam van een dorp, nu stadsdeel, in de gemeente Jüchen.
Alt-Garzweiler en Neu-Garzweiler
[bewerken | brontekst bewerken]De naam Garzweiler verwijst naar het gelijknamige dorp in de gemeente Jüchen dat door de winning van bruinkool verdwenen is. Zestig procent van de bewoners verhuisden vanaf 1984 naar Neu-Garzweiler ten noorden van Jüchen. In 1989 was de verhuizing compleet, waarna het oude dorp al snel met de grond gelijk gemaakt werd. Het afbraakproces werd fotografisch en op film gedocumenteerd door kunstenaars. Het stadsdeel dat nieuw ontstond heet simpelweg 'Garzweiler'.
Garzweiler I en II
[bewerken | brontekst bewerken]De groeve bestaat uit twee onderdelen:
Garzweiler I
[bewerken | brontekst bewerken]- Garzweiler I ligt ten oosten van de A44. Het project ontstond in 1983 uit een samenvoeging van de bestaande mijnen Frimmersdorf-Süd en Frimmersdorf-West. Het gebied beslaat 66 km². De winning is in handen van RWE Power AG.
Garzweiler II
[bewerken | brontekst bewerken]- Garzweiler II ligt ten westen van de A44. Garzweiler II is 48 km² groot en bevat 1,3 miljard ton bruinkool. De exploitatie is gestart in 2006 en zal tot 2030 duren. Hiervoor zullen zeven dorpen verdwijnen.
Plaatsen
[bewerken | brontekst bewerken]De betrokken plaatsen liggen in het gebied tussen Erkelenz, Jüchen en Grevenbroich, ten zuiden van Mönchengladbach.
Verdwenen plaatsen
[bewerken | brontekst bewerken]- Reisdorf, Garzweiler, Priesterath, Stolzenberg, Elfgen, Belmen, Morken-Harff, Epprath, Omagen, Königshoven, Otzenrath, Spenrath, Holz, Pesch, Borschemich.
Plaatsen in transitie
[bewerken | brontekst bewerken]Omstreden
[bewerken | brontekst bewerken]De bruinkoolwinning van Garzweiler is om meerdere redenen omstreden:
- de plaatselijke bevolking is tegen omdat dorpen moeten verdwijnen;
- het gebruik van bruinkool is vervuilend;
- de grondwaterstand in de wijde omgeving daalt;
- het landschap wordt door de bruinkoolwinning compleet verwoest.
Toekomst
[bewerken | brontekst bewerken]Door het besluit van RWE in 2022 om na 2030 te stoppen met het graven naar bruinkool zullen de dorpen Berverath, Holzweiler, Keyenberg, Kuckum Unter- en Oberwestrich, die op de planning stonden om te verdwijnen, gespaard blijven. Bewoners die al uitgekocht waren kunnen hun huizen weer terugkopen van RWE.[1] Na de voltooiing van de bruinkoolwinning zal het gat dat achtergebleven is gevuld worden met water, waarbij een meer moet ontstaan van 23 km² grootte.
Literatuur
[bewerken | brontekst bewerken]- A. Beil, S. Noethlichs, D. Olles: Garzweiler II – Eine Region im Protest. In: Heimatkalender des kreises Heinsberg 2000. S. 199–221.
- Holger Kaiser, Frederik Petersohn: Opposition im Landtag von Nordrhein-Westfalen: Die CDU-Fraktion und der Braunkohletagebau "Garzweiler II" in der 12. Wahlperiode (1995-2000). Münster, Berlin, London 2007, ISBN 978-3-8258-0167-0.
- Horst Ulrich: Städtebauliche Dokumentation Umsiedlung Garzweiler, Priesterath, Stolzenberg, Jüchen, südliche Jülicher Straße. Jüchen 1997. ISBN 3-9804847-0-X
- Rolf Sevenich: Garzweiler II. Kersting, Aachen 1996. ISBN 3-928047-12-4
- Adelheid Schrutka-Rechtenstamm (Hrsg.): Was bleibt, ist die Erinnerung. Volkskundliche Untersuchungen zu Dorfumsiedlungen im Braunkohlenrevier. Erkelenz 1994.
- Eusebius Wirdeier, Johannes Nitschmann: Garzweiler oder wie die Braunkohlen-Connection eine ganze Region verheizt. Vorwort von Bärbel Höhn. Emons, Köln 1995, ISBN 3-924491-68-2
- Hambachgruppe (Hrsg.): Verheizte Heimat – Der Braunkohletagebau und seine Folgen. Aachen 1985. ISBN 3-924007-14-4
- ↑ (de) tagesschau.de, Energiekonzern RWE will Braunkohle-Ausstieg bis 2030. tagesschau.de. Gearchiveerd op 11 januari 2023. Geraadpleegd op 10 januari 2023.