(Translated by https://www.hiragana.jp/)
Gerard Veldkamp - Wikipedia Naar inhoud springen

Gerard Veldkamp

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Gerard Veldkamp
Gerard Veldkamp in 1966
Gerard Veldkamp in 1966
Algemeen
Volledige naam Gerardus Mattheüs Johannes Veldkamp[1]
Geboren Breda, 27 juni 1921
Overleden Parijs, 15 september 1990
Partij KVP
CDA
Titulatuur dr.
Portaal  Portaalicoon   Politiek

Gerardus Mattheüs Johannes (Gerard) Veldkamp[1] (Breda, 27 juni 1921Parijs, 15 september 1990) was een Nederlands politicus.

Veldkamp was een KVP-minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid die belangrijke wetgeving tot stand bracht, zoals de Algemene Kinderbijslagwet, de Ziekenfondswet, de Wet sociaal minimum, de Wet op de Arbeidsongeschiktheid en de Wet Werkloosheidsvoorziening. Hij was na leraar, ambtenaar en raadslid te zijn geweest als 31-jarige al staatssecretaris van Economische Zaken. Hij bracht in die functie de eerste Middenstandsnota uit. In 1961 volgde hij, met een kleine tussenkomst van Marijnen, als minister de zwakke Van Rooy op en loodste hij direct bekwaam de Algemene Kinderbijslagwet door het parlement. Veldkamp had goede banden met de vakbeweging, maar weinig vrienden in de kabinetten waarvan hij deel uitmaakte. Hij was voorstander van samenwerking met de PvdA. Hij was een zeer bekwame wetgever, maar ook een onbehouwen doordouwer in discussies en regelmatig het middelpunt van kabinetsruzies.

Na zijn ministerschap was hij van 1967 tot 1982 voorzitter van de Staatscommissie vereenvoudiging en codificatie van het sociale zekerheidsrecht. Voorts was hij onder meer hoogleraar Leer van de Sociale Zekerheid aan de Universiteit van Leiden.

Voorganger:
W.Ch.L. van der Grinten (1951)
Staatssecretaris van Economische Zaken
1952–1961
Opvolger:
F.J.W. Gijzels
Voorganger:
V.G.M. Marijnen
Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
1961–1967
Opvolger:
B. Roolvink
Zie de categorie Gerard Veldkamp van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
  1. a b Middelste voornaam Matheus op het titelblad van zijn proefschrift (Tilburg 10 november 1949).