Kaiserin Auguste Victoria (schip, 1906)
Kaiserin Auguste Victoria
| ||||
---|---|---|---|---|
Geschiedenis | ||||
Werf | Vulkan Shipyards | |||
Tewaterlating | 29 augustus 1905 | |||
In de vaart genomen | 10 mei 1906 (maiden) | |||
Omgedoopt | 13 maart 1921 tot "Empress of Scotland" | |||
Status | uitgebrand en gesloopt | |||
Thuishaven | Hamburg | |||
Eigenaren | ||||
Vlag | Duitse Keizerrijk (1906-1920) Verenigd Koninkrijk (1920-1921) Canada (1921-1930) | |||
Eigenaar | Hamburg-Amerika Linie 1920-1921 - Cunard Line 1921-1930 - Canadian Pacific Railroad Company | |||
Algemene kenmerken | ||||
Type | Passagiersschip | |||
Lengte | 215,3 meter | |||
Breedte | 23,5 meter | |||
Tonnenmaat | 24.581 ton Na 1922 : 25.037 ton | |||
Passagiers | 2.996 Na 1922 : 1.897 | |||
Vaart | 17,5 knopen | |||
|
De Kaiserin Auguste Victoria later "Empress of Scotland" was een oceanstomer van de Hamburg-Amerika Linie en voer op de lijn Hamburg - New York. Het schip zou aanvankelijk "Europa" heten naast het zusterschip "Amerika" maar omdat het door de Kaiser persoonlijk werd gedoopt kreeg het de naam Kaiserin Auguste Victoria.[1] Het schip was in zijn tijd het grootste gebouwde schip maar werd met de bouw van de Lusitania in 1907 al op de tweede plaats.
Het schip was binnenin gedecoreerde door de Franse architect Charles Mewès.
Geschiedenis
[bewerken | brontekst bewerken]Het schip was gedurende 8 jaar actief tot de Eerste Wereldoorlog uitbrak in 1914 en het werkloos aan de kade lag te Hamburg. Door de oorlogscompensatie die Duitsland aan het Verenigd Koninkrijk moest werd het schip in 1919 overgedragen. Het schip werd gebruikt door de US Shipping Board om Amerikaans troepen terug in de Verenigde Staten te krijgen. Vanaf 1920 werd het schip eigendom van Cunard Line en gebruikt op de lijn Liverpool - New York. Op 13 maart 1921 wisselde het schip van eigenaar, namelijk de Canadian Pacific Railroad Company en werd het herdoopt tot "Empress of Scotland". Het schip werd ondertussen zwaar verbouwd door onder andere een oliebrander als aandrijving te voorzien. De verbouwingen hadden een invloed op het gewicht en het aantal passagiers dat mee kon. Na enkele charters voer het schip toen op de lijn Southampton-Cherbourg-Quebec.
Na een klein aanvaring in 1923 met de SS Bonus te Hamburg was het schip slecht kort uit running. Met het aanvullen van een toeristenklasse in 1927 begon een neerwaartse spiraal en werd het schip verlieslatend. Daarom werd het op 2 december 1930 verkocht aan Hughes, Bocklow & Co., te Blyth voor £ 43.000 om te worden gesloopt. Men verkocht de inboedel en stelde het schip open voor publiek. Tijdens die publieksdagen, op 10 december 1930, brak er brand uit op het schip. Men liet het schip zinken tot het op bodem stond en waarna het nog half bovenwater nog 4 dagen verder brandde. Op 15 december begon men met de afbraak tot men eind februari 1931 het schip weer drijvend kon maken. Men poogde het naar het Tidal Dock te slepen maar het schip brak. Beide delen werden uiteindelijk verder ontmanteld.
- ↑ Vergane Glorie - Aanvankelijke naam Europa