Kenichi Sonei
Kenichi Sonei | ||||
---|---|---|---|---|
Kenichi Sonei in de rechtbank (1946)
| ||||
Geboren | c. 1909 Yura, Wakayama, Japan | |||
Overleden | 7 december 1946 Nederlands-Indië | |||
Land/zijde | Japans Keizerrijk | |||
Onderdeel | Japans Keizerlijk Leger | |||
Rang | Kapitein (Rikugun Taii ( | |||
Slagen/oorlogen | Tweede Wereldoorlog | |||
|
Kenichi Sonei (Japans:
In de kampen 10e Bataljon en Tjideng terroriseerde hij de gevangenen van het kamp [4]. Hij was maanziek en zijn wreedste gewelddadigheden vonden vaak plaats bij volle maan.
Zo liet hij alle kampgevangenen, ook de zieken, elke dag aantreden en liet ze urenlang staan in de volle zon. Hij rantsoeneerde het voedsel. Hij sloeg vrouwen. Hij schoor vrouwen kaal. Hij liet zijn honden voederen voor de kamppoort. Vlak voor de hongerige ogen van de gevangenen serveerde hij beide dieren hoogstpersoonlijk enige door zijn kok gebakken spiegeleieren met vlees.
Na de oorlog werd Sonei gearresteerd, en op 2 september 1946 door een Temporaire Krijgsraad ter dood veroordeeld. Het vonnis werd door een Nederlands vuurpeloton ten uitvoer gebracht in december van datzelfde jaar, nadat een verzoek tot gratie aan de Nederlandse gouverneur-generaal Hubertus van Mook was afgewezen. Van Mooks echtgenote is een van Soneis gevangenen in Tjideng geweest.