(Translated by https://www.hiragana.jp/)
Traditionele verlichting in Japan - Wikipedia Naar inhoud springen

Traditionele verlichting in Japan

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Chōchin lantaarn buiten een Izakaya

De traditionele Japanse verlichting bestaat uit lantaarns, lampen en lampions, die in zeer veel vormen voorkomen. Naar het gebruik en de vorm zijn er drie of vier hoofdtypen te onderscheiden:[1] de andon, bonbori, chōchin en tōrō.

Overzicht van hoofdgroepen

[bewerken | brontekst bewerken]
Yukimi-dōrō
Yukimi-dōrō
Traditionele lantaarns in Japan, hoofdgroepen.
Kasuga-dōrō
Kasuga-dōrō
Onderdelen tōrō Traditionele materialen
platform, sokkel
kiso, dai
schacht
sao
opmerkingen steen
↓ Ishi-dōrō ↓
metaal
↓ Kana dōrō ↓
hout,
bamboe
kiso,
dai,
jirin
sao
plat-
form-
lan-
taarns
  →
 Dai- 
dōrō

  →
Tachigata tōrō Kinzoku tōrō Mokusei tōrō
Nozura-dōrō
ingegraven schachtlantaarns Ikekomigata tōrō
→ 1-6 benen kasa groot Yukimigata tōrō
Okigata tōrō Tsurigata tōrō
Aangepaste pagode () Tōgata tōrō

De andon (行灯あんどん) is een lantaarn of olielamp met een stevig frame, voor gebruik binnenshuis.

De bonbori (ぼんぼり・雪洞せつどう) is een verplaatsbare, staande of hangende, papieren lantaarn, zowel voor gebruik binnenshuis als buitenshuis.

De chōchin (提灯ちょうちん) is een opvouwbare en draagbare papieren lantaarn.

De tōrō (灯籠とうろう, 灯篭とうろう of とうろう) is een houten, metalen of stenen lantaarn, die bedoeld is voor het gebruik buitenshuis, in parken en bij tempels. Er worden negen hoofdgroepen van lantaarntypen te onderscheiden, waarvan enkele typen verplaatsbaar zijn. Vooral binnen de stenen (en dus niet verplaatsbare) lantaarns (ishi-dōrō) is er een grote variatie: er kunnen op grond van hun algemene bouw zes hoofdgroepen worden onderscheiden.

Andon - binnenlantaarns

[bewerken | brontekst bewerken]
Zie Andon (lantaarn) voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Andon (行灯あんどん, "lopend licht") zijn staande of draagbare olielampen bestaande uit papier gespannen over een frame van bamboe, hout of metaal. Dit type lantaarn werd populair tijdens de Edo-periode (17e tot derde kwart van de 19e eeuw) en werd gebruikt in particuliere woningen.

Oorspronkelijk werd de andon in de hand gehouden, maar ook aan de muur gehangen of op een standaard geplaatst. Staande andon hadden ijzeren of houten frames. Door een handvat aan de bovenkant was de andon draagbaar. Het papier beschermde de vlam tegen uitwaaien door de wind.

Brandende olie in een stenen of keramische houder, met een lont van katoen, zorgde voor het licht. Kaarsen werden ook gebruikt, maar hun hogere prijs maakte ze minder populair. Een goedkoper alternatief was visolie. Er waren veel verschillende vormen en maten lantaarns die olie verbrandden in ondiepe, in een frame opgehangen, schotel.

Zie artikel Bonbori.

De bonbori (ぼんぼり・雪洞せつどう) is een soort staande of hangende Japanse papieren lamp die in de open lucht wordt gebruikt. Het heeft normaal gesproken een zeshoekig profiel en wordt gebruikt tijdens festivals. Jaarlijks wordt het Bonbori-festival (ぼんぼりまつり, Bonbori Matsuri) gehouden in Kamakura, Kanagawa.

Chōchin - opvouwbare papieren lampions

[bewerken | brontekst bewerken]
Zie Chōchin voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Chōchin (提灯ちょうちん) zijn opvouwbare, met een kaars verlichte, papieren lantaarns die buiten het huis werden gebruikt en opgehangen aan de dakranden van gebouwen of in processies gedragen.

Het frame was een opvouwbare structuur van dunne stroken van gespleten bamboe, bedekt met geolied papier. Voor verlichting werd er een kaars in geplaatst. Chōchin werden gemaakt in verschillende maten, vormen en kleuren en werden vaak versierd met de namen of logo's van restaurants of herbergen.

Bij westerlingen is de chōchin de meest bekende lantaarn. Het is als een harmonica uitgerekt wanneer het in gebruik is, maar ingeklapt wanneer niet in gebruik. Chōchin kan worden opgehangen of gedragen als een verplaatsbare lantaarn. De vormen variëren enorm van prefectuur tot prefectuur. Deze lantaarns werden oorspronkelijk verlicht door kaarsen. In het huidige Japan worden plastic chōchin met elektrische lampen geproduceerd als nouveautés, souvenirs, en voor matsuri (lampionnenfeest) en andere evenementen. Chōchin uit de Edoperiode zijn er tegenwoordig nauwelijks meer, omdat ze nogal fragiel zijn en geen langdurig gebruik verdragen.

Tōrō - buitenlantaarns

[bewerken | brontekst bewerken]
Zie Tōrō voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Tōrō of dōrō[noot 1] (灯籠とうろう, 灯篭とうろう of とうろう), letterlijk: lichttoren of lichtmand, is een traditionele Japanse lantaarn of lamp, gemaakt van steen, metaal, hout, bamboe en papier.[1][2][3] In Japan zijn verschillende typen lantaarns van diverse materialen gangbaar, zoals hangende metalen lantaarns, staande stenen lantaarns, olielantaarns met ijzeren of houten frames, draagbare lantaarns, en papieren lantaarns en lampions.

De belangrijkste indelingscriteria voor lantaarns zijn de algemene bouw (de min of meer herkenbare onderdelen) en de gebruikte materialen (zoals papier, bamboe, steen, metaal, porselein en hout).

Onderdelen van staande lantaarns
    • A. Hōju, 宝珠ほうしゅ ('juweel')
    • B Ukebana 受花 ('ontvangende bloem')
    • C. Kasa かさ (dak, paraplu)
    • D. Hibukuro 火袋ひぶくろ (lampenkamer)
    • E. Chūdai 中台ちゅうたい, ukehachi 受鉢
       (middenplatform)
    • F Sao 竿ざお, dai だい of chirin , ち
       (schacht, zuil, kolom of paal)
    • Kiso 基礎きそ (sokkel, benedenplatform)
    • Kidan 基壇きだん (ondergrond, podium)
  • Yukimi-dōrō
    Yukimi-dōrō
    Yukimi-dōrō

    De eenvoudigste lantaarns alleen bestaan uit de vuurkamer (hibukuro) met daarboven een dak (kasa); de meer ingewikkelde lantaarns hebben vijf of meer op elkaar gestapelde elementen, en verwijst daarmee naar de samenstelling van Japanse pagoden. De belangrijkste onderdelen zijn van boven naar beneden: hōju ('heilig juweel') en ukebana (lotusbloem), kasa (dak), hibukuro (vuurkamer), chūdai (middenplatform), sao (zuil) en kiso (sokkel); soms is er nog een ondergrond (kidan). De meeste onderdelen kunnen weer versierd zijn, vooral de gegoten metalen lantaarns. De meer ingewikkelde lantaarns hebben vijf of meer op elkaar gestapelde elementen.

    Een staande lantaarn bestaat van boven naar beneden uit:

    Hōju of hōshu (宝珠ほうしゅ),[4][5][noot 2], het 'juweel', een ornament: een (samengestelde) eindknop. Hōju vormt structureel min of meer een geheel met de ukebana. Hōju (宝珠ほうしゅ) (in engere zin) is een top-ornament met een bol-, druppel- of ui-vorm. De top van de hōju is spits, afgeplat of enigszins afgerond.

    Ukebana (受花)[6][7] of 'ontvangende bloem', is een veelvoorkomende decoratie in de vorm van een gestileerde bloem van een heilige lotus en bestaat uit een krans van meestal met 8 goed herkenbare bloemblaadjes. Uit de bloem ontspringt de hōju

    Kasa (かさ)[8][9] ('paraplu') is het dak of kap van de lampenkamer. Het dak is een zeshoekige, vierkante of ronde, conische, piramidale of paddenstoelvormige paraplu die de vuurkast van boven afdekt en beschermt.

    Hibukuro (火袋ひぶくろ)[10][11] is de vuurkamer, lampenkamer of 'vuurzak', en de plaats waar het vuur wordt aangestoken. Hibukuro bestaat uit drie delen: kamiku, de bovenzijde; nakaku, het middenstuk waarin een opening (ensō) om het vuur aan te steken en het licht naar buiten te laten schijnen; en shimoku, een met een rozet versierd onderste gedeelte van de lampkamer.

    Chūdai (中台ちゅうたい)[noot 3][12][13] is het midden-platform van een lantaarn. De chūdai is rond, vierkant, zeskantig of achtkantig. Hierop staat de vuurkamer.

    Sao (竿ざお; ざお)[14][15] is een rechtopstaande schacht, pilaar, kolom, zuil of paal, rond of vierkant in dwarsdoorsnede, soms versierd met dierenmotieven of met inscripties. Ook kan er een of drie banden van decoraties (fushi, knopen) nabij het midden van de pilaar zijn, of is de pilaar op halve hoogte juist op zijn dunst.

    Kiso, jirin of dai (基礎きそ)[16][17] is het gewoonlijk zeshoekige of ronde 'fundament', het basement of het basale platform van de zuil. De kiso kan bij grotere lantaarns een tot zes treden hebben. Een kiso kan ook ontbreken, als de sao direct is ingegraven in de bodem, of met een tot zes poten op de grond staat.

    Kidan (基壇きだん)[18] is bij lantaarns een ondergrond, waarop de kiso staat. Een apart gevormde kidan is niet altijd aanwezig of te onderscheiden.

    Bij de tōrō is altijd ten minste de vuurkamer (hibukuro) aanwezig, en bij afwezigheid van vuurkamers is er sprake van een Japanse pagode ().

    De Japanse stenen lantaarns in de historische Japanse tuinen hebben geen vast ontwerp, maar ze hebben vaak de vorm van (kleinere) pagodes () van heiligdommen en tempels, compleet met een middenplatform (chūdai) en een breed uitlopend dak (kasa). Verschillende variaties zijn genoemd naar de pagodes waar hun prototypes ooit bestonden, zoals Kasuga, Nigatsu-do, terwijl eenvoudigere lantaarns vaak de naam dragen van een theemeester met wie ze zijn geassocieerd.[19] Er zijn ongeveer negen hoofdcategorieën van stenen lantaarns op basis van algemene vormen en meer dan 75 subcategorieën. Ze hebben allemaal een uitgehold bovenste gedeelte dat het licht bergt: de vuurplaats (hibukuro).

    Verscheidenheid

    [bewerken | brontekst bewerken]

    Er worden op grond van de af- of aanwezigheid, de vorm en de afmetingen van de verschillende onderdelen van de lantaarn vele typen lantaarns onderscheiden, maar ook op grond van het voorkomen bij beroemde tempels of in historische Japanse tuinen, of op grond van het gebruikt door invloedrijke persoonlijkheden. Japanse lantaarns kunnen traditioneel globaal worden ingedeeld in vijf basisontwerpcategorieën: stenen platformlantaarns (tachigata tōrō), ingegraven lantaarns (ikekomigata tōrō), zittende lantaarns (okigata tōrō), sneeuwziende lantaarns (yukimigata tōrō), en hangende metalen lantaarns (tsurigata tōrō).

    Verscheidene soorten buitenlantaarns waren populair in Japan, zoals de platformlantaarns, de verschillende typen sten lantaarns, de hangende metalen lantaarns en houten lantaarns:

    Dai-dōrō (たい灯籠どうろう) is een algemene naam voor verschillende typen platform-lantaarns, die overeenkomen door het bezit van een kiso (基礎きそ, sokkel, benedenplatform), soms met daaronder nog een kidan (基壇きだん, ondergrond, podium). Hiertoe behoren onder andere de hieronder genoemde stenen lantaarns (ishi-dōrō) van het type tachigata tōrō en nozura-dōrō.

    Ishi-dōrō (いし灯籠どうろう) zijn stenen lantaarns, die voor het eerst zijn gebruikt als votieflicht bij tempels en heiligdommen. Later werden ze gebruikt om de grond van deze religieuze gebieden te verlichten. Seculier gebruik begon in de 16e eeuw, toen stenen lantaarns door theemeesters werden gebruikt voor tuinen rondom hun theehuizen.

    • Tachigata tōrō (灯籠どうろう), stenen platformlantaarns of 'sokkellantaarns', grote platformlantaarns (van het type tachidōrō, tempellantaarns).
    • Ikekomigata tōrō (燈籠どうろう), 'ingegraven lantaarns', dus type zonder zonder platform (kiso)
      Oribe-dōrō (織部おべ灯籠どうろう, Oribe's lantaarn), waartoe ook behoren Kirishitan-dōrō (キリシタン灯籠どうろう, Christelijke lantaarns) en Mizubotaru-dōrō (みずぼたる燈籠どうろう, glimworm- of vuurvlieglantaarns)
    • Okigata tōrō (燈籠どうろう), kleine lantaarns, neergezette, pootloze lantaarns
    • Yukimigata tōrō (雪見燈籠ゆきみどうろう), 'sneeuwtonende lantaarn', type lantaarns met een groot dak, op één (rankei-dōrō), twee (kotoji-dōrō), of drie tot zes poten
    • Nozura-dōrō (野面のづら灯籠どうろう), lantaarns gemaakt van ruwe, ongepolijste stenen
    • Tōgata tōrō, Tōdōrō, pagodelantaarns, afwijkend type lantaarn met gestapelde daken en met een of meerdere licht-kamers, met bovenop sōrin (een soort pinakel), zoals bij Japanse pagodes

    Tsurigata tōrō (つり灯籠どうろう・掻灯・灯籠どうろう) zijn hangende lantaarns van metaal (brons, koper of ijzer). Ze werden opgehangen aan de hoekranden aan paleisachtige woningen, tempels en heiligdommen.

    Kinzoku tōrō zijn meestal grote, metalen platformlantaarns, vaak van brons of van (giet-)ijzer. Soms zijn de metalen lantaarns verguld.

    Mokusei tōrō zijn houten lantaarn zonder kiso, chūdai of hoju, maar wel met sao en hibukuro. Ze werden meestal geplaatst in Japanse tuinen langs wegen en paden en zijn minder duurzaam dan stenen en metalen lantaarns.