doorzoeken
Uiterlijk
- Geluid: doorzóéken (hulp, bestand)
- Geluid: dóórzoeken (hulp, bestand)
- door·zoe·ken
- samenstelling van door en zoeken
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
doorzoeken |
doorzocht |
doorzocht |
zwak -cht | volledig |
doorzóéken
- overgankelijk grondig onderzoeken of zich iets ergens bevindt
- De politie doorzocht het huis van de verdachte en vond een grote hoeveelheid cocaïne.
- Hij doorzocht alle artikelen van de krant die in aanmerking kwamen maar kon niets vinden.
1. grondig onderzoeken of zich iets ergens bevindt
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
doorzoeken |
zocht door |
doorgezocht |
zwak -cht | volledig |
dóórzoeken
- inergatief ~ naar: voortgaan met zoeken
- Hoewel de kansen om de vermisten levend aan te treffen snel verminderden, werd er doorgezocht.
1. voortgaan met zoeken
- Het woord doorzoeken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "doorzoeken" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 10
- Klemtoonhomogram in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-cht) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Onscheidbaar werkwoord in het Nederlands
- Overgankelijk werkwoord in het Nederlands
- Scheidbaar werkwoord in het Nederlands
- Inergatief werkwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 100 %
- Prevalentie Vlaanderen 99 %