-geen

Nederlands

Huidig bestand
54

Uitspraak

• Geluid:  -geen    (hulp, bestand)
• IPA: / ˈɣen / (1 lettergreep)

Woordafbreking

• -geen

Woordherkomst en -opbouw

• afgeleid van het Griekse 'gennãn' (scheppen, verwekken)

Achtervoegsel

-geen

1. geeft aan dat het item 'geboren is op een bepaalde plaats of in bepaalde omstandigheden' of 'van een (bepaalde) soort' is. Gebruikt in de betekenis 'voortbrengend' en 'voortkomend uit, ontstaan uit, groeiend uit'

Hyponiemen

   

adaptogeen agglutinogeen alkaligeen apathogeen biogeen carrageen digeen enterogeen entheogeen erogeen erotogeen estrogeen flatulogeen fosgeen fotogeen fysiogeen geogeen hypnogeen lactogeen lipogeen logogeen metrogeen myogeen nefrogeen neurogeen odontogeen oncogeen orexigeen organogeen saprogeen sociogeen somatogeen spasmogeen splenogeen terrigeen topogeen transgeen trombogeen zoögeen zymogeen

Gangbaarheid

• Het woord '-geen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.