aansluiting
Uiterlijk
- Geluid: aansluiting (hulp, bestand)
- IPA: / ˈanslœytɪŋ / (3 lettergrepen)
- IPA: /ˈanslœytɪŋ/
- aan·slui·ting
- Naamwoord van handeling van aansluiten met het achtervoegsel -ing
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | aansluiting | aansluitingen |
verkleinwoord | aansluitinkje | aansluitinkjes |
de aansluiting v
- verbinding
- Het jonge meisje vond snel aansluiting bij haar collega's.
- Ik heb een aansluiting op het internet via de telefoonlijn.
- overstapmogelijkheid
- Ik heb de aansluiting met de bus gemist.
- het overgaan tot
- In aansluiting op de openingsceremonie konden we genieten van de openingswedstrijd.
- in aansluiting bij/aan: aansluitend bij
- ADSL-aansluiting, elektriciteitsaansluiting, glasvezelaansluiting, kabelaansluiting, netaansluiting, spooraansluiting, spoorwegaansluiting, telefoonaansluiting
- aansluitingenregister, aansluitingskosten, aansluitingsplaats, aansluitingsprobleem, aansluitingspunt, aansluitingstreffer
1.
- Het woord aansluiting staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "aansluiting" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 11
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 3 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Achtervoegsel -ing in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 100 %
- Prevalentie Vlaanderen 99 %