(Translated by https://www.hiragana.jp/)
aanvullend - WikiWoordenboek Naar inhoud springen

aanvullend

Uit WikiWoordenboek
  • aan·vul·lend
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen aanvullend
verbogen aanvullende
partitief aanvullends - -

aanvullend

  1. die of dat aanvult
    • Als je bij dat standpunt argumenten geeft, is dat een aanvullende werkzaamheid. 
vervoeging van: aanvullen
verbogen vorm: aanvullende

aanvullend

  1. onvoltooid deelwoord van aanvullen
100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[1]
  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be