afkerig
Uiterlijk
- af·ke·rig
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | afkerig | afkeriger | afkerigst |
verbogen | afkerige | afkerigere | afkerigste |
partitief | afkerigs | afkerigers | - |
afkerig
- een hekel hebbend aan
- Kinderen zijn vaak afkerig van spruitjes en spinazie.
- Het woord afkerig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "afkerig" herkend door:
92 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be