anomalie
Uiterlijk
- ano·ma·lie
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘onregelmatigheid’ voor het eerst aangetroffen in 1824 [1]
- Naamwoord van handeling van anomaal met het achtervoegsel -ie [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | anomalie | anomalieën |
verkleinwoord | anomalietje | anomalietjes |
de anomalie v
- afwijking, onregelmatigheid, strijdigheid met wet of regel
- (sterrenkunde) hoek tussen de voerstraal van een planeet met de grote as van haar ellipsbaan
- (medisch) afwijking van organen
- [1] afwijking, onregelmatigheid
- [3] aandoening, afwijking
1. afwijking van organen
- Het woord anomalie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "anomalie" herkend door:
72 % | van de Nederlanders; |
89 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "anomalie" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ anomalie op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
enkelvoud | meervoud | ||
---|---|---|---|
zonder lidwoord | met lidwoord | zonder lidwoord | met lidwoord |
anomalie | l' anomalie | anomalies | les anomalies |
anomalie v
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 8
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Achtervoegsel -ie in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Medisch in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 72 %
- Prevalentie Vlaanderen 89 %
- Woorden in het Frans
- Woorden in het Frans van lengte 8
- Zelfstandig naamwoord in het Frans