balletje

Nederlands

Uitspraak

(klemtoonhomogram)

• bálletje
  • Geluid:  balletje    (hulp, bestand) (kleine bal)
• ballétje
  • Geluid:  balletje    (hulp, bestand) (kleine balletdans)

Woordafbreking

• [1] bál·le·tje
• [2] bal·lét·je

Zelfstandig naamwoord

het balletje o

1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord bal

Hyponiemen

• [1] hoestballetje, kipballetje, lottoballetje, soepballetje, stressballetje

Zelfstandig naamwoord

het balletje o

1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord ballet

Gangbaarheid

• Het woord balletje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "balletje" herkend door:

100 %	van de Nederlanders;
100 %	van de Vlamingen.