bedruppelen

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  bedruppelen    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• be·drup·pe·len

Woordherkomst en -opbouw

• afgeleid van druppelen met het voorvoegsel be-

stamtijd
onbepaalde wijs	verleden tijd	voltooid deelwoord
bedruppelen	bedruppelde	bedruppeld
zwak -d	volledig

Werkwoord

bedruppelen

1. overgankelijk druppelend bevochtigen

Synoniemen

• bedruppen, bedroppelen

Gangbaarheid

• Het woord bedruppelen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.