bloembed

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  bloembed    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• bloem·bed

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  bloem  en  bed 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	bloembed	bloembedden
verkleinwoord	bloembedje	bloembedjes

Zelfstandig naamwoord

het bloembed o

1. Bloemperk. Een begrensd stukje grond dat men bloemen beplant is.

Vertalingen

    1.   

Duits: Blumenbeet (de) o Engels: flower bed (en) Frans: lit de fleurs (fr) m

Spaans: arriate (es) m, macizo de flores (es) m Zweeds: blomrabatt (sv)

Gangbaarheid

• Het woord bloembed staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bloembed" herkend door:

96 %	van de Nederlanders;
93 %	van de Vlamingen.