boomschaar
Uiterlijk
- Geluid: boomschaar (hulp, bestand)
- IPA: / ˈbomsxar / (2 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /ˈbom.s
χ ar/ - (Vlaanderen, Brabant): /ˈbom.sxar/
- (Noord-Nederland): /ˈbom.s
- boom·schaar
- samenstelling van boom en schaar
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | boomschaar | boomscharen |
verkleinwoord | boomschaartje | boomschaartjes |
- een snoeischaar om bomen mee bij te knippen
- Ik denk niet dat het met dit snoeischaartje gaat lukken, heb je misschien een boomschaar?
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord boomschaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.