ciborie

Nederlands

Een ciborie in de Kluizenarij Onze Lieve Vrouwe van de Besloten Tuin

Uitspraak

• Geluid:  ciborie    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• ci·bo·rie

Woordherkomst en -opbouw

• Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘kelk ter bewaring van hostie’ voor het eerst aangetroffen in 1451

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	ciborie	cibories ciboriën
verkleinwoord	-	-

Zelfstandig naamwoord

de ciborie v

1. (religie) kelk met deksel, in de RK-eredienst, waarin de geconsacreerde hosties worden bewaard

Synoniemen

• hostiedoosje

Vertalingen

    1.   

Spaans: ciborio (es) m, copón (es) m

Gangbaarheid

• Het woord ciborie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "ciborie" herkend door:

16 %	van de Nederlanders;
26 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.