codewoord
Uiterlijk
- co·de·woord
- samenstelling van code en woord [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | codewoord | codewoorden |
verkleinwoord |
het codewoord o
- een van te voren afgesproken woord dat een speciale, vaak geheime, betekenis heeft
- Na het uitspreken van het codewoord begonnen alle leerlingen het lang zal hij leven te zingen voor de populaire leraar.
- Ze hebben een codewoord afgesproken voor als ze denken: dat willen we kopen, maar de galeriehouder hoeft het nog niet te weten. Het is een van de adviezen die ze hebben gekregen. Een andere: koop niet op de kunstbeurs. Weer een andere: koop daar vooral wel. Nog een andere: laat je verrassen. Maar ook: bereid je juist goed voor. [2]
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord codewoord staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ NRC Gretha Pama 11 februari 2016