drughandel
Uiterlijk
- Geluid: drughandel (hulp, bestand)
- drug·han·del
- samenstelling van drug zn en handel zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | drughandel | |
verkleinwoord |
de drughandel m
- de min of meer georganiseerde koop en verkoop van illegale drugs (bijvoorbeeld heroïne, cocaïne, opium en hasjiesj) zonder toestemming van de verantwoordelijke autoriteiten
- ▸ Filipijnse politieagenten hebben vandaag een burgemeester en negen van zijn lijfwachten doodgeschoten. De autoriteiten verdachten burgemeester Samsudin Dimaukom van de stad Datu Saudi Ampatuan op het eiland Mindanao van betrokkenheid bij drughandel.[1]
- ▸ De inval in de huurwoning van Martin (51) en Bianca (49) M. maakte deel uit van het onderzoek 'Opa'. Daarin onderzoekt justitie verdenkingen van drugshandel door het echtpaar M. en hun zoon Kevin (26). De drie verdachten zijn vrijdag aangehouden. Sinds 2014 kwam er bij de politie informatie binnen over drughandel, waarbij ook aan minderjarigen zou worden verkocht.[2]
1. de min of meer georganiseerde koop en verkoop van illegale drugs (bijvoorbeeld heroïne, cocaïne, opium en hasjiesj) zonder toestemming van de verantwoordelijke autoriteiten
- Het woord drughandel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Weblink bron Maarten van Ast“Filipijnse politie doodt 'drugsburgemeester' en negen lijfwachten” (10-01-2017), Tubantia
- ↑ Weblink bron Pim Lindeman“Drugswoning in Oldenzaal gesloten” (23-01-2018,), Tubantia