fayot
- van Occitaans fayol / faiol dat teruggaat op Latijn phăsěǒlus zn "ogenboon, Vigna unguiculata
"
De figuurlijke betekenis van fayot is wellicht een toespeling op de rol van bonen in bepaalde Christelijke feesten, zoals de fève "boontje" verstopt in een Driekoningen-gebak. [1]
fayot m
- (spreektaal) (figuurlijk) uitslover [2]
- (spreektaal) (figuurlijk) slijmbal [2]
- (spreektaal) witte boon [2]
- ↑
Weblink bron “een heilig boontje” (7 maart 2019) op OnzeTaal.nl
- ↑ 2,0 2,1 2,2 Wouw, Berry van de, Woordenboek populair Frans - Nederlands. Woordenboek van het Frans dat u op school nooit leerde, 2e druk, Breda: Uitgeverij Arti-Choc, 2014; p. 92