geflikker
Uiterlijk
- ge·flik·ker
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | geflikker | |
verkleinwoord |
het geflikker o
- voortdurend veranderen van de lichtsterkte (van een kaars)
- Dankzij een leeggewicht van minder dan 900 kg rijdt de Ignis verrassend pittig. Hij heeft een kleine draaicirkel en toont zich wendbaar in het stadsverkeer. Om tempo te houden moet regelmatig worden teruggeschakeld. Een verbruik van 5,5 liter is reëel. De rijhulpsystemen zijn soms overactief, vooral de alarmwaarschuwing wanneer je te snel een ander voertuig nadert. Dat gaat gepaard met veel geluid en geflikker op het dashboard. [2]
- JCDecaux heeft geen enkel belang bij hinderlijke geflikker of negatieve reacties van Amsterdammers, zegt Majoor. [3]
- Het woord geflikker staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "geflikker" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
92 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ De Standaard 16 DECEMBER 2017 Dwerg in SUV-land
- ↑ Het Parool 19 DECEMBER 2016 GroenLinks: videoreclames in de stad moeten verboden worden
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 9
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 3 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Voorvoegsel ge- in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 97 %
- Prevalentie Vlaanderen 92 %