gelaatskleur
Uiterlijk
- ge·laats·kleur
- samenstelling van gelaat en kleur met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gelaatskleur | gelaatskleuren |
verkleinwoord | - | - |
- de tint van het aangezicht
- Zijn bleke gelaatskleur deed haar de schrik om het hart slaan.
- Het woord gelaatskleur staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.