harpiste

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  harpiste    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• har·pis·te

Woordherkomst en -opbouw

• afgeleid van harpist met het achtervoegsel -e

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	harpiste	harpistes
verkleinwoord	harpistetje	harpistetjes

Zelfstandig naamwoord

de harpiste v

1. (beroep) een vrouwelijke bespeler van het muziekinstrument harp.

Verwante begrippen

• harpist

Gangbaarheid

• Het woord harpiste staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.