keikop
- kei·kop
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | keikop | keikoppen |
verkleinwoord | keikopje | keikopjes |
de keikop m
- een koppig, eigenwijs persoon die niet snel zijn uitgesproken mening veranderd
- De Bruyne is, op z’n Vlaams, een ‘keikop’. Niet tuk op verliezen, koppig met nu en dan een driftbui. Dam, uit Terneuzen, speelde vijf jaar met De Bruyne in de jeugd bij AA Gent en raakte met hem bevriend. Hun ouders ook. „Realistische mensen, geen poespas”, zo omschrijft Dam de De Bruynes. Dam ziet aan het misbaar en „dat snel roodaangelopen hoofd” nog altijd diezelfde verbetenheid als toen. [3]
- inwoner van Poperinge
- soort schuimgebak
- We stellen vast dat de keuken werkt met mooie en verse ingrediënten en dat aan de bereiding en de presentatie de nodige zorg wordt besteed. Dat wordt bevestigd door de ‘keikop’ (5,50 euro) die we als nagerecht delen, een beslist niet kinderachtig uitgevallen stuk schuimgebak van hazelnoot waar een Rotterdammer – vrachtwagenchauffeur, bootwerker of culinair recensent – weer even mee vooruit kan. [4]
- Het woord keikop staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "keikop" herkend door:
51 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen.[5] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ keikop op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ NRC Bart Hinke 8 juli 2018 Kevin De Bruyne, ‘keikop’ met een fluwelen touch
- ↑ NRC Frank van Dijl 19 mei 2017 Industriële omgeving met een huiselijke toets
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be