ket
Uiterlijk
- ket
- Vooral aangetroffen in de kustdialecten (van Vlaanderen tot aan Groningen), bijv. Zeeuws kirre, Hollands kidde, Fries kedde, mogelijk een vroege ontlening aan Oudnoords kið "geitje" [1] [2], met een semantische verschuiving van "geitje" naar "paardje" (en later ook "kind, jochie"). De Oudnoordse vorm is ook in het Engels (kid) terechtgekomen, met behoud van betekenis. [3]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ket | ketten |
verkleinwoord |
- een klein soort paard
- (informeel) (Vlaanderen) kind, jongere
- (pregnant) Brusselse straatjongen
- (informeel) afkorting van ketamine
- Het woord ket staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.