(Translated by https://www.hiragana.jp/)
kleppen - WikiWoordenboek Naar inhoud springen

kleppen

Uit WikiWoordenboek
  • klep·pen
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
kleppen
klepte
geklept
zwak -t volledig

kleppen

  1. een klappend geluid voortbrengen
    • Hij hoorde zijn brievenbus kleppen. 
  2. het geluid van een klepel tegen een klok voortbrengen
    • De klokken klepten luid voor mij en Jimmy Boy. [5]
  3. (figuurlijk) voortdurend blijven praten over onbelangrijke onderwerpen
    • Het ging helemaal nergens over, maar ze bleef maar kleppen. 

de kleppenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord klep
99 % van de Nederlanders;
95 % van de Vlamingen.[6]