kleppen
- klep·pen
- ww: klanknabootsing, van Middelnederlands cleppen ww , in de betekenis van ‘een kleppend geluid maken’ voor het eerst aangetroffen in 1346 [1] [2] [3] [4]
- zn: klep zn met de uitgang -en
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
kleppen |
klepte |
geklept |
zwak -t | volledig |
kleppen
- een klappend geluid voortbrengen
- Hij hoorde zijn brievenbus kleppen.
- het geluid van een klepel tegen een klok voortbrengen
- De klokken klepten luid voor mij en Jimmy Boy. [5]
- (figuurlijk) voortdurend blijven praten over onbelangrijke onderwerpen
- Het ging helemaal nergens over, maar ze bleef maar kleppen.
3. voortdurend blijven praten over onbelangrijke onderwerpen
de kleppen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord klep
- Het woord kleppen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "kleppen" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen.[6] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ kleppen op website: Etymologiebank.nl
- ↑ klep op website: Etymologiebank.nl
- ↑ "kleppen" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Groot, H. deJimmy Boy tekst lied op dvd "Een zee van tranen" (1992) van Jan Rot
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 7
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 2 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Klanknabootsing in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-t) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands
- Figuurlijk in het Nederlands
- Zelfstandignaamwoordsvorm in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 95 %