lepelbak
Uiterlijk
- le·pel·bak
- samenstelling van lepel en bak
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | lepelbak | lepelbakken |
verkleinwoord | lepelbakje | lepelbakjes |
de lepelbak m
- (huishouden) bak om lepels in op te bergen, bestekbak
- lepelblad, het holle deel van een lepel
- Het woord 'lepelbak' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.