lik
Uiterlijk
- lik
- Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘Bargoens: gevangenis’ voor het eerst aangetroffen in 1858 [1] [2] [3] [4][5]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | lik | likken |
verkleinwoord | likje | likjes |
- aanraking met de tong
- Geef hier een lik aan.
- klein beetje substantie
- Doe er nog maar een likje extra bij
- (informeel) (juridisch), (misdaad) gevangenis [7]
- Die overvaller zit nu in de lik.
[1] "aanraking met de tong"
vervoeging van |
---|
likken |
lik
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van likken
- Ik lik.
- gebiedende wijs van likken
- Lik!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van likken
- Lik je?
- Het woord lik staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "lik" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[8] |
- ↑ "lik" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ lik op website: Etymologiebank.nl
- ↑ lik op website: Etymologiebank.nl
- ↑ lik op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
- lik
- Afkomstig van het Oudnoordse zelfstandige naamwoord lík
Naar frequentie | 1013 |
---|
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | lik | liket | lik | lika likene |
genitief | liks | likets | liks | likas likenes |
lik, o
- lijk (een dood lichaam)
- «To likene ble funnet i en kanal i USA, pakket inn i en bag og en koffert.»
- Twee lijken werden gevonden in een kanaal in de Verenigde Staten, verpakt in een zak en een koffer.
- «To likene ble funnet i en kanal i USA, pakket inn i en bag og en koffert.»
- lijk (touw, zoom om de rand van een zeil)
- lik
- Afkomstig van het Oudnoordse zelfstandige naamwoord lík
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | lik | liket | lik | lika |
lik, o
- lijk (een dood lichaam)
- lik
Naar frequentie | 1413 |
---|
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | lik | liket | lik | liken |
genitief | liks | likets | liks | likens |
lik, o
- lijk (een dood lichaam)
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 3
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Informeel in het Nederlands
- Juridisch in het Nederlands
- Misdaad in het Nederlands
- Werkwoordsvorm in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 98 %
- Woorden in het Noors
- Woorden in het Noors van lengte 3
- Woorden in het Noors met audioweergave
- Woorden in het Noors met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Noors
- Woorden in het Nynorsk
- Woorden in het Nynorsk van lengte 3
- Woorden in het Nynorsk met audioweergave
- Woorden in het Nynorsk met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nynorsk
- Woorden in het Zweeds
- Woorden in het Zweeds van lengte 3
- Woorden in het Zweeds met audioweergave
- Zelfstandig naamwoord in het Zweeds