meibock
Uiterlijk
- mei·bock
- samenstelling van mei zn en bock zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | meibock | meibocken |
verkleinwoord |
- (drinken) een Nederlands bokbier. Het bier wordt traditioneel vanaf de vastentijd tot mei verkocht
- ▸ In een les over seksualiteit met uitweidingen over hiv-infecties, in-vitrofertilisatie en resusfactorcomplicaties gaat het mis als een buitenissige gepiercete ADHD-leerling ontremd door ecstasy, meibock en qat op scabreuze wijze Alex' theorieën becommentarieert, wat leidt tot totale chaos.[1]
- meibok (etymologisch minder juist, als variant in de officiële spelling van 1996 tot 2006)
- Het woord meibock staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "meibock" herkend door:
43 % | van de Nederlanders; |
10 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Weblink bron “Eindelijk weer een leerling in top 3 Groot Almelo's Dictee” (07-12-2011), Tubantia
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 7
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 2 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Drinken in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 43 %
- Prevalentie Vlaanderen 10 %