melisse
Uiterlijk
- me·lis·se
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘plant’ voor het eerst aangetroffen in 1543 [1]
- naar citroen geurende plant [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | melisse | |
verkleinwoord |
- (bloemplanten) een geslacht Melissa uit de lipbloemenfamilie (Lamiaceae ). Het geslacht omvat vijf soorten vaste, kruidachtige (geneeskrachtige) planten die van nature voorkomen in Europa en Azië. De botanische naam Melissa is afgeleid van het Oudgriekse woord voor bij (μέλισσα) vanwege de overdaad aan nectar die aanwezig is in de bloemen waardoor bijen worden aangetrokken. De stengels zijn rechthoekig, zoals ook het geval is bij alle andere planten uit de lipbloemenfamilie. De bladeren staan in paren tegenover elkaar en zijn over het algemeen in de vorm van een hart of ovaalvormig. Als ze gekneusd worden, geven ze een citroengeur af
- De droom is er een van geurende perken, waarin het sappig groen van peterselie, dille, dragon en basilicum zich vermengt met bloeiende tijm, rode zonnehoed en koriander. Zo’n tuin waarin je een opwekkend drankje van mint en citroenmelisse bij elkaar plukt, en die je verse venkelthee tegen darmkrampen schenkt.[4]
1. geneeskrachtige plant waarvan de bloemen veel nectar bevatten en ruikt naar citroen
- Het woord melisse staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "melisse" herkend door:
74 % | van de Nederlanders; |
68 % | van de Vlamingen.[5] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "melisse" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ melisse op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Volkskrant PAY-UUN HIU 9 april 2005,
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be