muil
- muil
- [1][2][5] In de betekenis van “mond”, voor het eerst aangetroffen in 1550, als toenaam in de Oudnederlandse naam Willelmus Mule “Willem de bek” (1183).
|
|
- [3] Leenwoord uit Latijn mulleus “rode schoen”, mogelijk via Frans mule “damespantoffel die de hiel onbedekt laat”, aangetroffen sinds 1556. [2]
- [4] Leenwoord uit Latijn mulus “muildier”, voor het eerst aangetroffen in 1240. [3] [4]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | muil | muilen |
verkleinwoord | muiltje | muiltjes |
de muil
- m, (zoötomie) de bek van een groot dier (m.n. een kat- of hondachtige)
- De leeuw hield zijn prooi in zijn muil.
- m (dysfemisme) de mond van een persoon
- Hou je grote muil!
- v/m (schoeisel) bepaald soort schoeisel dat eenvoudig is aan te doen, met onbedekte hiel en zonder hak, veelal deftig en vooral bedoeld om binnenshuis te dragen
- Het is erg in de mode muiltjes te dragen.
- ▸ ‘Ah, nou, maar het is anders een prachtig verhaal’ reageerde hij met een brede grijns. ‘De mooie onderdrukte maagd die naar het koninklijk paleis komt, de jaloerse stiefzusters, het glazen muiltje dat niet past...’[5]
- ▸ Alle staatslieden moesten muilen dragen.[6]
- m (veeteelt) kruising tussen een paard en een ezel
- (figuurlijk) iets dat wijd open staat en alles opvreet
- Voor het eerst kan de mensheid recht de gapende muil van één van de meest indrukwekkende monsters uit de kosmos inkijken: het zwarte gat in het centrum van sterrenstelsel Messier 87, een beest met de overweldigende massa van 6,5 miljard zonnen. [7]
- muilband, muilbanden, muilbroeder, muilentrekker, muilkorf, muilkorven, muilpaard, muilpeer
- [4]: muildier, muilezel
1.
2. zie smoel
3. een soort schoeisel
4. muildier
- Het woord muil staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "muil" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[8] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ muil op website: Etymologiebank.nl
- ↑ muil op website: Etymologiebank.nl
- ↑ "muil" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ muil op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Danielle Teller (vert. Marja Borg)“Er was eens iets anders” (2018), Ambo/Anthos uitgevers , ISBN 9789026346477
- ↑ Weblink bron J.J.A. Goeverneur“De huisvriend: gemengde lectuur voor burgers in stad en land, Deel 3” (1845)
- ↑ de Volkskrant George van Hal 10 april 2019 Astronomen maken eerste foto van een zwart gat
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 4
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 1 lettergreep in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Erfwoord in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Zoötomie in het Nederlands
- Dysfemisme in het Nederlands
- Schoeisel in het Nederlands
- Veeteelt in het Nederlands
- Figuurlijk in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 99 %