onderwees
Uiterlijk
- on·der·wees
vervoeging van |
---|
onderwijzen |
onderwees
- enkelvoud verleden tijd van onderwijzen
- Ik onderwees.
- Jij onderwees.
- Hij, zij, het onderwees.
- Ik onderwees.
- Het woord onderwees staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.