ooruil
Uiterlijk
- oor·uil
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ooruil | ooruilen |
verkleinwoord |
de ooruil m
- (uilen) bepaald soort vogel met lange oorpluimen en ronde ogen die recht naar voren staan, Asio otus
- ▸ Op de zolder die hij via een geheimzinnig luikje ontdekt, treft hij zowel een vertroostende ooruil als een geheimzinnig schilderij met de titel ”De moord op Commendatore” aan.[3]
- Het woord ooruil staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "ooruil" herkend door:
51 % | van de Nederlanders; |
62 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ ooruil op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Marie Verheij“Murakami vervlecht werkelijkheid en bovennatuurlijkheid” (05-02-2018), Reformatorisch Dagblad
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 6
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 2 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Uilen in het Nederlands
- Vogels in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 51 %
- Prevalentie Vlaanderen 62 %