overbieden

Nederlands

Uitspraak

(klemtoonhomogram)

• Geluid:  overbíéden    (hulp, bestand)
• Geluid:  óverbieden    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• over·bie·den

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  over bw  en  bieden ww 

stamtijd
onbepaalde wijs	verleden tijd	voltooid deelwoord
overbieden	overbood	overboden
klasse 2	volledig

Werkwoord

overbíéden

1. overgankelijk een hoger bod uitbrengen dan een ander.

   • Je bent overboden en daarom gaat het huis naar de andere bieder. 

Vertalingen

    1. een hoger bod uitbrengen dan een ander   

Engels: outbid (en)

stamtijd
onbepaalde wijs	verleden tijd	voltooid deelwoord
overbieden	bood over	overgeboden
klasse 2	volledig

Werkwoord

óverbieden

1. inergatief opnieuw de bieding zijn beslag laten krijgen.

   • Het spijt me, maar er wordt niet overgeboden. 

Gangbaarheid

• Het woord overbieden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.