privatisering
Uiterlijk
- pri·va·ti·se·ring
- Naamwoord van handeling van privatiseren met het achtervoegsel -ing
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | privatisering | privatiseringen |
verkleinwoord | privatiserinkje | privatiserinkjes |
de privatisering v
- (politiek) het overlaten van overheidstaken aan het bedrijfsleven en/of particulieren
- privatisering komt er vaak op neer dat een beperkt aantal particulieren hun zakken kunnen vullen met gemeenschapsgeld
- Privatisering wordt wereldwijd weer volop teruggedraaid. [1]
- Hoe de privatisering van het grootste Britse waterbedrijf, Thames Water, totaal mislukte (en er nu een crisis dreigt).
The Times wijst op een weeffout in de privatisering. In een branche waarin concurrentie niet of nauwelijks bestaat, werkt verzelfstandiging – zonder strikte controle – kaalplukken in de hand. [2]
1.
- Het woord privatisering staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "privatisering" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ www.trouw.nl (23 juni 2017)
- ↑ www.parool.nl (14 juli 2023)
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be