refter
Uiterlijk
- ref·ter
- Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘eetzaal in klooster’ voor het eerst aangetroffen in 1236 [1] [2][3]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | refter | refters |
verkleinwoord | reftertje | reftertjes |
de refter m
- eetzaal in een klooster of school
- Het woord refter staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "refter" herkend door:
51 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "refter" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ refter op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be