slijp
Uiterlijk
- slijp
vervoeging van |
---|
slijpen |
slijp
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van slijpen
- Ik slijp.
- gebiedende wijs van slijpen
- Slijp!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van slijpen
- Slijp je?
- Het woord slijp staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "slijp" herkend door:
92 % | van de Nederlanders; |
88 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be