tar

Engels

Uitspraak

• Geluid:  tar    (hulp, bestand)

enkelvoud	meervoud
tar	tars

Zelfstandig naamwoord

tar

1. teer

vervoeging
onbepaalde wijs	to  tar
he/she/it	tars
verleden tijd	tarred
voltooid deelwoord	tarred
onvoltooid deelwoord	tarring
gebiedende wijs	tar

Werkwoord

tar

1. teren

Iers

Uitspraak

• IPA: /t̪ˠaɾˠ/

Werkwoord

tar

1. komen

Indonesisch

Woordafbreking

• tar

Woordherkomst en -opbouw

• [1] klanknabootsing van een zweepslag
• [2] uit het Nederlands "taart"
• [3] uit het Engels tar "teer"
• [4] (verkorting) van sebentar "ogenblik"

Zelfstandig naamwoord

1. pats, knallend geluid
2. (voeding) taart
3. (medisch) teer (in rookwaar)
4. ogenblikje

Synoniemen

• [2] kue tar
• [3] ter

Manx

Werkwoord

tar

1. komen

Mota

Telwoord (mtt)
1	11	10	100	103
2	12	20	200
3	13	30
4	14	40
5	15	50
6	16	60
7	17	70
8	18	80
9	19	90

Hoofdtelwoord

tar

1. duizend

Noors

Woordafbreking

• tar

Naar frequentie	126

Werkwoord

tar

1. tegenwoordige tijd van ta

Nynorsk

Woordafbreking

• tar

Werkwoord

tar

1. tegenwoordige tijd van ta

Schrijfwijzen

• tek