toot

Nederlands

[2] toot

Uitspraak

• Geluid:  toot    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• toot

Woordherkomst en -opbouw

• afleiding van tuit

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	toot	toten
verkleinwoord	tootje	tootjes

Zelfstandig naamwoord

de toot v / m

1. spits toelopend einde
2. scherpe punt tussen niet complete cirkels in het maaswerk van met name vensters
3. mond
4. borrel

Synoniemen

• [1] punt, uitsteeksel, tuit
• [3] mond, smoel, snuit

Gangbaarheid

• Het woord toot staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "toot" herkend door:

12 %	van de Nederlanders;
32 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.