torkruid

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  torkruid    (hulp, bestand)

• (IPA in voorbereiding)

Woordafbreking

• tor·kruid

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  tor zn  en  kruid zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	torkruid	torkruiden
verkleinwoord	torkruidje	torkruidjes

Zelfstandig naamwoord

het torkruid o

1. (bloemplanten) een geslacht Oenanthe  van kruidachtige planten uit de schermbloemenfamilie (Umbelliferae of Apiaceae)

Hyperoniemen

• schermbloemenfamilie, zaadplanten, asteriden, bedektzadigen, landplanten, planten

Hyponiemen (in taxonomische zin)

• beverneltorkruid, dodemansvingers, pijptorkruid, varkenskervel-torkruid, watertorkruid, weidekervel-torkruid, zilt torkruid

Hyponiemen

• weidetorkruid

Afgeleide begrippen

• torkruidhaantje, torkruidplatlijfje

Gangbaarheid

• Het woord 'torkruid' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

• [1] torkruid in het Nederlands Soortenregister N
• [1] torkruid op Wikidata